Schapendrift 23 en 23a te Elspeet, gemeente Nunspeet

DOI

ADC ArcheoProjecten heeft in september en oktober 2017 een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Schapendrift 23 en 23a te Elspeet, gemeente Nunspeet. De aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen sloop van de huidige bebouwing en aansluitend de nieuwbouw van woningen.Voorafgaand aan het inventariserend veldonderzoek is door de regio-archeoloog Regio Noord- Veluwe een beknopt bureauonderzoek uitgevoerd. Dit leidde tot de volgende conclusies: Na studie van historisch kaartmateriaal is te melden dat de zuidoostelijke helft van het plangebied lange tijd als heide in gebruik was. Kort na 1900 is in dit deel ook bebouwing zichtbaar. Het is aannemelijk dat met de inrichting van het plangebied de bodem geroerd is. Geomorfologisch wordt het gebied beschreven als glooiingen van daluitspoelingswaaierafzettingen met een cultuurdek. Het cultuurdek bevindt zich alleen op het noordwestelijke deel van het plangebied. De bodemkundige kaart maakt melding van kamppodzolgronden. Het noordwestelijke deel is al sinds 1800 in gebruik als bouwland. De oorspronkelijke bodem is mogelijk door ploegen geroerd. Bemesting met potstalmest (er waren destijds diverse schaapskooien in de directe omgeving) kan er voor gezorgd hebben dat eventuele aanwezige archeologische waarden geconserveerd zijn gebleven in de bodem.Teneinde bovengenoemde verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij is bevestigd dat het plangebied op een daluitspoelingswaaier ligt. Er is zwak tot matig siltig, grindhoudend zand aangetroffen, dat wordt geïnterpreteerd als smeltwaterafzettingen (Formatie van Boxtel). In het noordwesten zijn in het bovenste deel van het pakket resten van een podzolprofiel aangetroffen. In dit deel van het plangebied zijn de smeltwaterafzettingen afgedekt met een 35 tot 65 cm dik plaggendek. In het overige deel van het plangebied is de bodem door grondbewerking tot in de Chorizont verstoord (tot 20 à 130 cm –mv). De onderkant van het plaggendek en de top van de smeltwaterafzettingen zijn bemonsterd en gezeefd. Aangezien ter plaatse van het plaggendek nog wel een intacte A-horizont is aangetroffen, zou een eventueel vondstniveau nog relatief goed bewaard moeten zijn. In het zeefresidu zijn echter geen archeologische vondsten aangetroffen. Op basis hiervan wordt de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in dit deel van het plangebied klein geacht. In het zuidoosten en uiterste noorden van het plangebied is de bodem tot in de C-horizont verstoord, waardoor geen intacte vindplaats meer verwacht worden. De archeologische verwachting kan daarom worden bijgesteld naar laag voor het gehele plangebied.

Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zpu-x9cp
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zpu-x9cp
Provenance
Creator J. Holl
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.G. Nieuwenhuijsen; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2018
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.G. Nieuwenhuijsen (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 6923; 6424; 1006; 4468; 772115
Version 1.0
Discipline Humanities