De aanleiding tot het onderzoek vormde het voornemen om de bestaande riolering in de Tivoliweg en een klein deel van de Oude Zoutdijk te Hulst te vervangen. Tevens is ook het wegcunet vernieuwd. Het plangebied omvat de percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Hulst, Sectie B nummers 2019 en 2627 (deels), sectie D nummer 709 (deels) en sectie F nummer 4182 (deels). Het totale plangebied beslaat een oppervlakte van circa 1,2 hectare.Het deel van het plangebied vanaf het centrum tot aan de Glacisweg valt binnen het bestemmingsplan Archeologische en Aardkundige Waarden (2017) en ligt daar ter plaatse van een zone met een dubbelbestemming Waarde-Archeologie 1. Dit betekent dat een omgevingsvergunning aangevraagd dient te worden voor die zones die liggen binnen de dubbelbestemming wanneer de verstoringen over een oppervlakte van 50 m2 dieper reiken dan 0,40 meter beneden maaiveld. Het deel van het plangebied vanaf de Glacisweg tot aan de N290 valt binnen het bestemmingsplan Kernen Hulst (2018) en ligt daar ter plaatse van een zone met een dubbelbestemming Waarde-Archeologie 2. Dit betekent dat een omgevingsvergunning aangevraagd dient te worden voor die zones die liggen binnen de dubbelbestemming wanneer de verstoringen over een oppervlakte van 500 m2 dieper reiken dan 0,40 meter beneden maaiveld. Aangezien de vergunning voor het bouwen binnen een beschermd stadsgezicht verplicht stelt dat rekening wordt gehouden met mogelijke behoudenswaardige archeologische resten, laat de gemeente Hulst de graafwerkzaamheden archeologisch begeleiden. Op basis van de resultaten van de archeologische onderzoeken kunnen eventuele aanwezige archeologische waarden worden verstoord of vernietigd. Om deze reden heeft de bevoegde overheid besloten dat een vervolgonderzoek in de vorm van een Opgraving Landbodems – variant Archeologische Begeleiding (protocol 4004) dient te worden uitgevoerd binnen een deel van de aanleg van de nieuwe riolering en herinrichten van de Tivoliweg en een klein deel van de Oude Zoutdijk in Hulst. De afbakening van het onderzoeksgebied is opgenomen in figuur 1.2.Het doel van het archeologisch proces opgraven (Protocol 4004) was tweeledig: enerzijds het documenteren van gegevens en het uitwerken en veiligstellen van materiaal van vindplaatsen conform het Programma van Eisen, om daarmee informatie te behouden die van belang is voor de kennisvorming over het verleden. Anderzijds dienden de aangetroffen archeologische waarden inzicht te geven in de aanwezige archeologische resten zodat hiermee bij een verdere ontwikkeling van het plangebied rekening gehouden kan worden.Voor het plangebied gold een verwachting op de aanwezigheid van resten uit de late middeleeuwen en Nieuwe tijd. Binnen het onderzoeksgebied werd een ruime hoeveelheid aan complexen verwacht, meer bepaald: havenwerken, stadsgracht, vestingwerken, molen, rurale bebouwing, landbouw, zoutwinning, conflicten en afval/overige antropogene sporen.Het archeologisch onderzoek heeft een deel van de verwachting bevestigd. Binnen het onderzoeksgebied zijn aan de zuidzijde demplagen van de voormalige vestinggracht aangetroffen. Deze demplagen hebben in de 2de helft van de 18de eeuw een deel van de vestinggracht gedempt voor het aanleggen van de Dobbele Poort en een nieuwe verbindingsweg. Bovenop deze demplagen is de oude bestrating aangetroffen die dateert uit deze periode. In de 20ste eeuw is deze bestrating bedekt met betonplaten bij de aanleg van de tweede toegang in de Dobbele Poort. Naar het noorden toe zijn resten gevonden van de oude Zoutdijk. Deze liep dwars door de oude ambachtswijk, die ten noorden van Hulst was gesitueerd. Deze dijk bestaat vrijwel volledig uit afval van de zoutketen die ten westen van deze dijk waren gelegen. Ongeveer ter hoogte van de kruising van de Tivoliweg met de Julianalaan zijn mogelijk demplagen en/of aanplempingslagen aangetroffen van de verbinding tussen de havengeul en de Lieve/Moervaart. Doorheen de dijk zijn enkele kuilen en een sloot vastgesteld die uit dezelfde periode dateren dan de ambachtswijk met zijn zoutketen. Daarnaast zijn aan de noordzijde nog twee jongere kuilen vastgesteld die enkel globaal gedateerd konden worden in de nieuwe tijd.Enkele sporen zijn in situ bewaard vanaf onderzijde van de civiele ontgravingen, gesitueerd tussen 0,39 en 2,55 m -mv (3,04 en 0,88 m +NAP). In bijlage 10 is een overzicht opgenomen van de in situ bewaarde sporen en hun bijhorende dieptes.Binnen en direct grenzend aan het plangebied kunnen nog meer resten worden aangetroffen van de oude zoutdijk. Op basis van de huidige vaststellingen kon de locatie van de oude Moervaart/Lieve niet met volledige zekerheid worden vastgesteld. Het lijkt er op dat deze zich ter hoogte van de kruising van de Tivoliweg met de Julianalaan bevindt. Eventueel booronderzoek aan de noordzijde van de Tivoliweg, buiten de grenzen van het huidige plangebied, kan meer inzicht verschaffen of de Lieve/Moervaart zich buiten het plangebied bevindt. Een boorraai over de Julianastraat en de percelen ernaast kan ook inzicht brengen of de Moervaart zich direct onder de Julianastraat bevindt.Ten westen van de Tivoliweg kunnen resten worden aangetroffen van de voormalige haven, de havengeul en zoutketen. Aan de oostzijde kunnen resten worden aangetroffen van de oude ambachtenwijk. Deze sporen bevinden zich direct onder de recente opgebrachte lagen.