Het plangebied ligt op de overgang van het relatief laaggelegen stroomgebied van de Drentse A en de meer oostelijk gelegen Hondsrug. Op historische kaarten zijn ter plaatse van de huidige Reitenmakersrijge bebouwing, beschoeiing en het voormalige Zuiderdiep zichtbaar. Eind 19e eeuw wordt het Zuiderdiep grotendeels gedempt. Op basis van eerder uitgevoerd archeologisch onderzoek in en om het plangebied kunnen stadsafvallagen (steigeraarde), afzettingen van de oude A en beschoeiingen, kademuren en dempingslagen van het voormalige Zuiderdiep worden verwacht. Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw bestaat uit recent opgebracht of verstoorde grond op oudtijds opgebrachte grond (steigeraarde) op natuurlijke klei afzettingen en beekzandafzettingen op keileem of dekzand. In grote delen van het plangebied sprake van recente verstoringen. In verschillende boringen zijn (mogelijk) funderingen aangetroffen, die in de meeste gevallen te relateren zijn aan het voormalige Zuiderdiep. In het westelijke deel van het plangebied is een oud straatniveau van veldkeien (kasseien) aangetroffen.