Laagland Archeologie heeft in december 2021 en 5 mei 2022 een Archeologische begeleiding uitgevoerd aan de Borgbosweg 8 te Beuningen, gemeente Losser (OV). Op het terrein is geen vooronderzoek uitgevoerd. Het bevoegd gezag heeft besloten dat vooronderzoek op deze locatie niet noodzakelijk is, omdat het een reeds bekende vindplaats betreft. De graafwerkzaamheden dienen archeologisch begeleid (conform KNA-protocol 4004) te worden.Het onderzoek had tot doel om de archeologische resten te documenteren en veilig te stellen. Hiermee wordt de informatie die van belang is voor de kennisvorming over het verleden behouden. Deze informatie is vervat in projectdocumentatie, vondsten en monsters.Het onderzoek bestond uit een opgraving – variant archeologische begeleiding conform SIKB KNA Protocol 4004 Opgraven.Samengevat zijn tijdens het onderzoek de resten van de gracht gevonden. Deze gracht is onderdeel van het havezate terrein. In de twee werkputten zijn delen van de gracht aangetroffen. Aangezien het hier een archeologische begeleiding conform het protocol opgraven (KNA-protocol 4004) betreft is er tot de maximale ontgravingsdiepte ontgraven. Hierdoor is niet de hele gracht onderzocht. In werkput 1 was de maximale ontgravingsdiepte direct onder de bovenste ophogingslaag. De grachtvulling die hier in het vlak zichtbaar was is één van de meest recente grachtvullingen voordat drie verschillende ophogingslagen zich over de gracht heen vormde. De onderste twee van deze ophogingslagen kunnen niet gedateerd worden, uit de bovenste ophogingslaag kwam een fragment Europees porselein wat deze laag dateert in de tweede helft van de 20e eeuw.In werkput 2 was de bodem diep verstoord. Onder een bouwvoor van circa 40 cm was een verstoord pakket aanwezig van ongeveer 60 cm dik. Hieronder lag een restant van de ophooglaag aanwezig die ook in werkput 1 was herkend. Daarnaast was ook in deze werkput een deel van de gracht aanwezig. In het vlak waren vier vullingen in de gracht herkenbaar. Uit de binnenste vulling is een aantal bakstenen afkomstig die over het algemeen in de 16e eeuw gedateerd kunnen worden. Dit komt overeen met de historische bronnen die weergeven dat het huis/havezate in de 16e eeuw gebouwd zou zijn. De bakstenen zijn waarschijnlijk voor de bouw van de havezaten gebruikt en op een later moment in de gracht te recht zijn gekomen. In de gracht zijn circa 19 houten palen aangetroffen die als beschoeiing hebben gefungeerd. Van de houtenpalen zijn monsters genomen voor dendrochronologisch onderzoek, de hout monsters hadden onvoldoende ringen en waren niet geschikt voor verder onderzoek. Uit de vulling waarin deze palen stonden zijn enkele fragmenten aardewerk afkomstig. Op basis van deze fragmenten aardewerk kan de vulling dateren uit de laatste helft van de 18e eeuw tot de laatste helft van de 19e eeuw. Hiernaast ligt de laatste vulling; deze kan op basis van het vondstmateriaal gedateerd worden in de 18e tot late 19e of begin 20e eeuw. Over de gracht lag een dempingslaag, deze kan in de late 19e tot vroege 20e eeuw worden gedateerd.