Inleiding. Synthegra B.V. heeft in opdracht van XXXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Eisenhowerlaan in Den Haag. Het onderzoek wordt begrensd door de Eisenhowerlaan in het zuidoosten, door een pand aan de Eisenhowerlaan nummer 122 in het zuidwesten, en door een appartementencomplex in het noordoosten (Eisenhowerlaan 126-128). Aan de achterkant van het gebouw, in het noordwesten, begrenst het perceel de achtertuinen van de woningen aan de Van Bleiswijkstraat nummer 186 en nummer 188. De aanleiding voor het onderzoek is de sloop van het huidige gebouw en de voorgenomen realisatie van een appartementencomplex. Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek. Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Het gebied en de omgeving zijn reeds uitgebreid onderzocht, het heeft al onderdeel uitgemaakt van een groter bureauonderzoek en op meerdere nabij gelegen locaties zijn door middel van veldonderzoek archeologische waarden aangetoond. Indien de bodem niet verstoord is kunnen er twee archeologische niveaus worden aangetroffen, tussen 1,5 en 2 m +NAP (bronstijd t/m IJzertijd gemiddeld en tussen 2,5 en 3,5 m +NAP (Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen) gemiddeld. Deze kunnen zich voordoen als humeuzige lagen in het zand. Het diepste niveau kan een Bronstijd datering hebben. Tijdens de Tweede wereldoorlog is ook een bunker gebouwd op de locatie. Hiervan kunnen eventueel ook nog resten aangetroffen worden.
Bodemgaafheid: Er kan door de aanleg van de villa tot grote diepte verstoring hebben plaatsgevonden. De bunker uit de Tweede Wereldoorlog op het perceel ten oosten van de planlocatie kan mogelijk ook de grond aan de grens van het perceel verstoord hebben. Wat betreft de villa is op basis van de bouwtekeningen tot minimaal.2,5 m +NAP verstoring aangebracht. Tot hoe diep en hoe ver in het perceel de bunker verstoring heeft veroorzaakt is niet duidelijk, maar zal beperkt zijn tot het meest oostelijke deel van het perceel. Archeologische interpretatie veldonderzoek. Het natuurlijke bodemtype is in vrijwel het hele plangebied verstoord door graafwerkzaamheden. Waarschijnlijk is dit deels ook geschiedt tijdens de bouw en verwijdering van de bunker die in het gebied heeft gestaan ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast zal ook de aanleg van de huidige bebouwing, inclusief kelder, bij hebben gedragen aan de verstoringen. Nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken. Echter is het bodemprofiel in bijna het hele plangebied verstoord, waardoor deze resten waarschijnlijk verloren zijn gegaan.