In opdracht van de Haegens Vastgoed b.v. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied de Hoofdstraat in Horst (gemeente Horst aan de Maas). In het plangebied zal de sloop van de huidige bebouwing en de nieuwbouw van twee commerciële ruimten en 14 appartementen plaatsvinden. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Door de gunstige ligging en vondsten uit de prehistorie in de nabije omgeving, is het plangebied kansrijk om onder de bebouwingen resten uit deze perioden te bevatten. Het archeologische niveau bestaat uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. Er kan vanuit gegaan worden van een diepteligging van deze vondsten tussen de 100 en 200 cm-mv.Op basis van historische kaarten is het duidelijk dat Horst een oude dorpskern kent. De vondst van een11e eeuwse kerk op ca. 200 meter van het plangebied geeft aan dat, hoewel horst pas voor het eerst in1275 vermeld is, het daarvoor al een religieus centrum had. Waarschijnlijk was er in de 11e eeuw in dit gebied al bewoning. Dit wordt ondermeer bevestigt door een aantal Middeleeuwse waarnemingen.Op de geomorfologische kaart staat vermeld dat zich in het oosten van het onderzoeksgebied, en dus mogelijk ook in het plangebied, esdekken bevinden. Wanneer dit het geval is, komen de archeologische resten voor onder het esdek en in de top van de onderliggende afzettingen. De vondstenlaag is opgenomen onderin het esdek; hier wordt ook wel van ‘cultuurlaag’ gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het esdek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen en houtskool.eOmdat in het plangebied bebouwing heeft plaatsgevonden in de 19e en 20e eeuw (huizen en een parkeerplaats), is de kans aanwezig dat er enige bodemverstoring heeft plaatsgevonden. De exacte diepte van deze verstoring is niet bekend.Het advies is om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een verkennend booronderzoek, teneinde inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden en met als doel kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor de volgende fasen.De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA) of Programma van Eisen (PvE).