Graven met Publiek

DOI

In opdracht van de gemeente Nieuwegein heeft er een definitief archeologisch onderzoek plaats gevonden op een toekomstig parkeerterrein en een aangelegen waterpartij langs de Blokhoeve in Nieuwegein. Hoewel vooronderzoek heeft aangetoond dat het plangebied archeologisch gezien niet behoudenswaardig was, heeft de gemeente ervoor gekozen om een klein deel van het onderzoeksgebied archeologisch te laten onderzoeken. Aan de opgraving kon door ingezetenen van de gemeente worden meegewerkt, zodat de inwoners van Nieuwegein kennis konden maken met archeologie. Als eerste is het parkeerterrein onderzocht in het voorjaar van 2009. De bevindingen van dat onderzoek zijn samen met de vondsten die het opleverde gebruikt om de publieksopgraving van augustus 2009 aan te kleden en van relevante informatie over de bewoningsgeschiedenis van dit terrein te voorzien. Naast de mogelijkheid voor vrijwilligers om samen met leden van de AWN deel te nemen aan de opgraving bestond deze publieksopgraving uit een druk bezochte open dag en werden er rondleidingen georganiseerd.Op genoemde locatie zijn naast sloten, greppels, kuilen en verstoringen uit de Nieuwe tijd bewoningssporen uit de Late IJzertijd en de Romeinse tijd aangetroffen. De sporen bestaan uit paalkuilen waarin zich palen bevonden die onderdeel uit maakten van grotere structuren zoals boerderijen, schuren of spiekers voor de opslag van bijvoorbeeld landbouwproducten. Daarnaast zijn greppels aangetroffen die de afzonderlijke erven of de gehele nederzetting omsloten kunnen hebben. Gezien het kleinschalige karakter van het onderzoek evenals het gegeven dat de bodem ter plaatse in (sub)recente tijden flink is aangetast, is er geen duidelijke begrenzing van de bewoningssporen vastgesteld. Met andere woorden: het is onbekend gebleven hoe groot de nederzetting oorspronkelijk is geweest. Het vondstmateriaal uit de aangetroffen sporen geeft een redelijk beeld van de datering ervan evenals van de identiteit van de vroegere bewoners. De nederzetting werd bewoond gedurende de eerste twee eeuwen van onze jaartelling. Uit het aardewerk en een enkele metaalvondst is duidelijk geworden dat de bewoners gedurende deze periode gebruiken overnamen van de Romeinse nieuwkomers. Nieuwe, geïmporteerde aardewerkvormen geven bijvoorbeeld aan dat andere bereidingswijzen van eten in zwang raakten. Het aardewerk, afkomstig uit Frankrijk, het Zuidwest-Nederlands en Belgisch kustgebied en het Rijngebied in Duitsland is vermoedelijk via handel in de nederzetting terechtgekomen.Het terrein is opnieuw ingericht tijdens de bouw van een versterkte boerderij in de Late Middeleeuwen. Van een veronderstelde middeleeuwse gracht om deze boerderij is niets terug gevonden. Vermoedelijk heeft deze meer naar het noorden gelegen en dus buiten het beschikbare deel van het plangebied.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xdb-gkyr
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xdb-gkyr
Provenance
Creator L. van der Feijst; E. Blom
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor J.W. Beestman; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact J.W. Beestman (ADC)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 7687646; 6887; 6459; 798; 3631
Version 1.0
Discipline Humanities