In opdracht van Van Pol Monumenten B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Quartier Damianus in Roermond (gemeente Roermond). In het plangebied zullen appartementen gebouwd worden met parkeergarage. Ook zullen delen van de bestaande bebouwing gesloopt worden. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.In het plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Aangezien het Bisschoppelijk Paleis sinds 1670 in het plangebied staat en het plangebied in ieder gevalvanaf het eind van de 14e eeuw tot de stadskern van Roermond behoorde, is de kans op het voorkomen van deze resten hoog. De Laat-Middeleeuwse resten liggen waarschijnlijk op een diepte van 1,5 m -mv. De eventuele vondsten zullen bestaan uit funderingsresten van huizen, aardewerk en andere gebruiksvoorwerpen en ze zullen op basis van onderzoek in de buurt van het plangebied redelijk tot goed geconserveerd zijn. Vanwege de gunstige ligging van het plangebied bij de monding van de Roer, kunnen ook resten vanaf het Laat Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen voorkomen. Vanwege het gebruik van het plangebied vanaf de Late Middeleeuwen is de kans dat deze resten intact zijn, klein.Het is waarschijnlijk dat binnen het plangebied archeologische resten voorkomen. Om de op het bureauonderzoek gebaseerde gespecificeerde verwachting voldoende te kunnen aanvullen en toetsen, adviseert ADC ArcheoProjecten om in het plangebied tijdens de sloop- en graafwerkzaamheden in een archeologische begeleiding te voorzien. De archeologische begeleiding dient hetzelfde doel als een inventariserend veldonderzoek door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P). Dit betekent dat indien bij de civiele werkzaamheden toch vondsten of archeologische sporen worden aangetroffen, deze worden geregistreerd en, in zover de werkzaamheden dat toelaten, worden gedocumenteerd. ADC ArcheoProjecten adviseert om hierbij te graven tot aan de historische funderingen en hierna een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. Het betreft. a. Eén of meerdere proefsleuven, waarbij 10 % van het te vergraven gebied wordt onderzocht.De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door het bevoegd gezag goed te keuren Programma van Eisen (PvE).