In het plangebied zijn vijf boringen gezet tot maximaal 170 cm -mv. De boringen bevestigen dat de natuurlijke ondergrond bestaat uit fluvio(peri)glaciale afzettingen met hierop een grotendeels intact antropogeen dek. In de basis van het antropogene dek bevindt zich een oude akkerlaag. De top van de akkerlaag ligt tussen 55 en 95 cm -mv. In één boorprofiel is de bodem tot in de C-horizont omgewerkt.De diepte van de voorgenomen bodemingreep voor de aanleg van funderingen is nog niet bekend. Indien de bodem dieper dan 55 cm wordt geroerd, kunnen archeologische waarden worden vergraven.Bureau voor Archeologie adviseert om graafwerkzaamheden dieper dan 55 cm -mv te voorzien van een archeologische begeleiding.