In op dracht van het Rijksvastgoedbedrijf heeft Archol bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd naar een onderzoeksgebied aan de Sloterweg 400 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer. Het gaat hierbij om het terrein van de huidige Koningin Máximakazerne, momenteel in gebruik als hoofdonderkomen voor de Koninklijke Marechaussee. Het onderzoeksgebied is gelegen op getijdeafzettingen van het Wormer Laagpakket. Hierop kan gedurende het neolithicum bewoning aanwezig zijn geweest maar de verwachting op het aantreffen van dergelijke sporen is laag. Het terrein is gedurende de late prehistorie onderdeel geweest van een uitgestrekt en over het algemeen onbewoonbaar veenmoeras waarin zich later het Haarlemmermeer heeft ontwikkeld. De kans op het aantreffen van sporen uit deze periode is laag maar in theorie zouden er in het onderzoeksgebied sporen aanwezig kunnen zijn die verband houden met de historische scheepvaart, zoals scheepswrakken of overboord geslagen goederen. Het meer is in de periode 1849-1852 ingepolderd en drooggelegd. Nadien is het in gebruik geweest als akkerland en hebben er diverse historische boerderijen en bijbehorende gebouwen op gestaan. Deze zijn voorafgaand aan of tijdens de aanleg van het kazerneterrein verdwenen. De mogelijkheid bestaat dat er nog resten van deze historische bebouwing en bijbehorende randstructuren in de ondergrond aanwezig zijn. Hierdoor is er een hoge verwachting op het aantreffen van dergelijke sporen. Advies Op basis van het archeologisch bureauonderzoek kan gesteld worden er een lage verwachting geldt op het aantreffen van archeologische vondsten uit nagenoeg alle perioden. Alleen voor de Nieuwe tijd, met name de periode 1850-2000, is de verwachting op het aantreffen van archeologische resten hoog. Het gaat daarbij om de restanten van historische boerenerven uit de 19e eeuw of jonger. Echter, in het bestemmingsplan ‘Schiphol’ is opgenomen dat boerderijen uit de 19e eeuw in de directe omgeving (de Haarlemmermeer) nog in aanzienlijke aantallen aanwezig zijn en bovendien nog in onverstoorde staat verkeren. In dergelijke omstandigheden zijn de mogelijke resten van funderingen van een afgebrande of afgebroken boerderij uit dezelfde periode nauwelijks als ‘behoudenswaardig bodemarchief’ aan te merken. Het advies van Archol is daarom dat vervolgonderzoek binnen het onderzoeksgebied niet geadviseerd. Wanneer er tijdens toekomstige bouwactiviteiten toch archeologische resten aangetroffen worden dan dient het bevoegd gezag (de gemeente Haarlemmermeer), conform de Erfgoedwet, hiervan op de hoogte te worden gesteld. Ondanks dat het bureauonderzoek met alle zorgvuldigheid is opgesteld is niet uitgesloten dat er onverhoopt toch archeologische resten aanwezig blijken te zijn. Indien er bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan dient hiervan conform artikel 5.10 en 5.11 van de Erfgoedwet melding gedaan te worden bij het bevoegd gezag. Selectiebesluit gemeente Haarlemmermeer Op basis van de bevindingen van dit onderzoek heeft de gemeente Haarlemmermeer een formeel besluit genomen. Namens de gemeente Haarlemmermeer heeft diens adviseur, NMF Erfgoedadvies, het rapport beoordeeld, maar heeft een ander selectie-advies dan Archol. Er dient wel een verkennend booronderzoek uitgevoerd te worden, om de volgende reden: In het rapport is de dieper gelegen Pleistocene ondergrond niet gespecificeerd meegenomen in de landschap- en archeologische verwachtingen. Daar is binnen de Haarlemmermeer dan ook nagenoeg niets over bekend. Aangezien het hier om een aanzienlijk plangebied gaat en de toekomstige planvorming nog niet duidelijk is, is het aan te bevelen om naar dit dieper gelegen landschap in ieder geval een verkennend booronderzoek uit te laten voeren om de aard daarvan in beeld te krijgen.
Date: 2020-03-23
