Op 25 maart 2010 heeft Becker & Van de Graaf bv een Inventariserend Veldonderzoek karterende fase door middel van proefsleuven uitgevoerd aan de Tinnen Pot 6. Aanleiding hiervoor is de geplande bouw van een drietal huizen. Bij de bouw van de huizen zal de bodem tot op een diepte van maximaal 1 meter beneden maaiveld verstoord worden, waardoor eventuele archeologische resten vernietigd zullen worden. Het doel van het archeologisch onderzoek was het vaststellen van de afwezigheid of aanwezigheid van een eventuele archeologische vindplaats. Het veldwerk, bestaande uit het aanleggen en documenteren van twee proefsleuven, is in één dag uitgevoerd en afgerond. Tijdens het veldwerk zijn een twaalftal grondsporen aangetroffen, twee fragmenten bouwmateriaal en slechts één fragment aardewerk. Er kan op basis van het vondstmateriaal geen datering gegeven worden aan de aangetroffen sporen. Vermoedelijk zijn de meeste aangetroffen sporen van (sub)recente datum. Er is geen archeologische vindplaats aangetroffen. Gezien het feit dat er geen archeologische vindplaats is aangetroffen en er geen archeologisch relevante sporen of vondsten zijn aangetroffen, adviseert Becker & Van de Graaf geen vervolgonderzoek.
Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase, d.m.v. proefsleuven
B&G rapport 933