In het kader van de bestemmingsplanwijziging werd eerder een Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd. Omdat de Nieuwlandsedijk een archeologisch waardevolle dijk betreft werd aanvullend historisch onderzoek uitgevoerd teneinde een beter beeld te krijgen van het ontstaan en de ontwikkeling van de betreffende dijk.De Nieuwelandsedijk is tussen 1397 en 1404 aangelegd. De dijk is ontstaan als een dam of voorversdijk, eerder aangelegd om het voorliggende gors te laten opslijken. Die aanleg van dammen heeft ook de latere indeling van de polder met wegen en vier blokken bepaald. De zeedijk heeft een basisbreedte van hooguit tussen 15 en 18 meter gekregen. De dijkhoogte moet tussen 1,75 m en 3.02 m + NAP zijn geweest; in 1850 tussen 2,00 en 2,50 m boven het toenmalige maaiveld. De dijk is hoogstwaarschijnlijk aangelegd door de rentmeester van Tholen‐Schakerloo en/of de groep tiendbezitters die rond 1405‐1411 actief waren. Daarbij valt te denken aan rentemeester Claijs Kervinck van Reymerwale, terwijl anderen, zoals Jan van Blois (bastaard), en de heren Gerijt van Zijl, Van Hellinck, Van Doornicke, Pieter van Botlant, Janne Hermans en Lauwereijse van Overbest eveneens een rol kunnen hebben gespeeld. De Nieuwelandsedijk is aangelegd in een betrekkelijk rustige tijd, waarin de Hollandse graaf Albrecht in 1404 was overleden en er geruime tijd al geen dijkuitgiften meer waren gedaan. Hooguit zou verder de Elisabethsvloed van 1404 een rol hebben kunnen spelen. Aantasting van de Nieuwlandsedijk is er in die zes eeuwen nauwelijks geweest. Er lagen geen heulen of duikers in de dijk. De dijk werd verpacht als weide aan derden. Hooguit werden er ook bomen aan de dijk geplant. Ook hebben de vele overstromingen, zoals die van de Vijftienhonderdgemetenpolder aan de westzijde, Oud‐Vossemeer aan de oostzijde en de Dalempolder aan de zuidzijde nauwelijks invloed gehad. Het Nieuweland heeft wellicht maar tweemaal zeewater binnengekregen waaronder 1570 de belangrijkste was. Gelet op het feit dat de aantasting gedurende zes eeuwen gering is geweest is de Nieuwlandsedijk een vrij gave laatmiddeleeuwse dijk en maakt deze onlosmakelijk deel uit van het laatmiddeleeuwse cultuurlandschap rondom Tholen. Bovendien is ‘Onderzoek naar infrastructuur’, en meer specifiek naar dijken, één van de kernthema’s in de Provinciale Onderzoeksagenda Archeologie Zeeland (POAZ 2017‐2020). Om die redenen wordt de Nieuwlandsedijk dan ook behoudenswaardig geacht en wordt aanbevolen geen werkzaamheden uit te voeren die het huidige profiel en uitstraling van deze dijk aantasten.
Date: 2017-10-04 (startdatum)
Date: 2018-02-13 (einddatum)