Laagland Archeologie heeft in februari 2023 een Archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd aan de Haverlanden 90 te Wageningen. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de grootschalige renovatie/vernieuwing van een voormalig schoolgebouw. Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd. Op basis van het bureauonderzoek lag het plangebied oorspronkelijk binnen de landschapseenheid dekzandwelvingen. Heel waarschijnlijk bestaat het bodemtype uit hoge zwarte enkeerdgronden zover geen verstoring is opgetreden, die karakteristiek zijn voor de oude bouwlanden. Volgens het historische kaartmateriaal was het plangebied in gebruik als bouwland en lag nabij een kruising van wegen met daarlangs een lintbebouwing. Zover bekend liggen er geen natuurlijke waterlichamen (beken, venen,..) binnen het onderzoeksgebied. Het bodemprofiel is vermoedelijk deels verstoord en het plangebied is overbouwd. De fundering van de bebouwing bestaat uit funderingsbalken op funderingspalen. Tussen deze funderingsbalken ligt een kruipruimte van ongeveer 50 cm diep. Eventuele archeologische resten kunnen bewaard zijn gebleven. In de omgeving van het plangebied zijn archeologische resten uit het Mesolithicum, Neolithicum en IJzertijd tot Nieuwe tijd bekend, al moet daarbij worden opgemerkt dat resten uit het Mesolithicum op grotere afstand (450 m ten noorden) aan de rand van het onderzoeksgebied zijn gedaan. Resten uit deze perioden en wellicht uit het Laat-Paleolithicum en de Bronstijd kunnen ook in het plangebied worden verwacht. Omdat de funderingen van het te slopen gebouwoppervlak niet verwijderd zullen worden zullen de bodemingrepen bij de sloop verwaarloosbaar zijn. Als in een later stadium toch wordt besloten om de funderingen te verwijderen wordt op basis van de onderzoeksresultaten nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems). Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken en een eventuele vindplaats overbouwd is dan wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek gedurende de sloop uit te voeren in de vorm van een proefsleuvenonderzoek conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P – variant archeologische begeleiding) geadviseerd. De Omgevingsvergunning kan worden afgegeven onder voorwaarde dat er geen funderingen worden verwijderd bij de sloop. Indien dit wel het geval is, is eerst een vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek noodzakelijk om vast te stellen of er archeologische resten aanwezig zijn en om eventuele vindplaatsen te waarderen. De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Wageningen, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, mevrouw C. van Eijk.