Op basis van de opstelde gespecificeerde verwachting is gebleken dat voor vrijwel alle archeologische perioden een laag risico op het aantreffen van archeologische resten geldt. Voor de Romeinse Tijd geldt een lage kans op het aantreffen van archeologische resten, maar geldt een risico op het aantreffen van een bijzondere dataset, zoals een grafveld. Het plangebied kan vanwege dit risico op het aantreffen van een bijzondere dataset dan ook niet direct vrijgegeven worden voor verdere ontwikkeling.In deze landschappelijke situatie van een beekdal dat opgevuld is met een dik pakket colluvium (> 5 meter), gevormd gedurende met name de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen, is een vervolgonderzoek in de vorm van een extensieve archeologische begeleiding de meest geschikte methode. Archeologische resten in een dergelijke beekdalsituatie kunnen namelijk bestaan uit een bijzondere dataset welke met regulier prospectief onderzoek zeer moeilijk op te sporen is. EARTH adviseert om een extensieve archeologische begeleiding uit te voeren waarbij de aannemer de verantwoordelijkheid krijgt om de aanwezigheid van archeologische vondsten en sporen op te merken.