In opdracht van CelaVita BV heeft Ingenieursbureau Oranjewoud BV een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd, bestaande uit een bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek. CelaVita is voornemens het fabrieksterrein aan de Puttensteinsveldweg te Wezep (gemeente Oldenbroek) uit te breiden. Voor de uitbreiding komt het naastgelegen manegeterrein in aanmerking. Om dit te realiseren is echter een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. In het kader van een bestemmingsplanwijziging dient een aantal omgevingsaspecten nader onderzocht te worden, waaronder archeologie. Het doel van dit archeologisch onderzoek is het opstellen van een gespecificeerd verwachtingsmodel door middel van een bureauonderzoek. Dit gespecificeerde verwachtingsmodel is vervolgens getoetst door middel van een verkennend booronderzoek. Het plangebied bevindt zich aan de zuidzijde van Wezep (gemeente Oldebroek), buiten de bebouwde kom. De uitbreidingsplannen van het fabrieksterrein van CelaVita betreffen de westkant van het bedrijf, aan de Heidehoeksweg. Momenteel bevindt zich hier een manege die het terrein in gebruik heeft als loopbak, weiland en groenstroken. Vanuit het bureauonderzoek werd de verwachting uitgesproken dat tijdens het veldwerk archeologische vindplaatsen aangetroffen zouden kunnen worden uit de Steentijd (Paleolithicum - Neolithicum) en de Late Middeleeuwen. Voor het aantreffen van een nederzetting uit de Steentijd is het van wezenlijk belang dat de bodem een intact bodemprofiel heeft. Grondsporen uit deze periode zijn nagenoeg niet aanwezig of slecht geconserveerd en enkel de artefacten kunnen dan nog een aanwijzing geven voor de aanwezigheid van een vindplaats. Vanuit de Late Middeleeuwen kunnen Middeleeuwse erven of resten van agrarische activiteiten worden verwacht. Bij het booronderzoek is gebleken dat de bodem inderdaad uit een esdek met een deels intacte haarpodzolgrond bestaat die in negen van de 14 boringen tot in de C-horizont is verstoord. In het noordelijk deel van het plangebied bleek sprake te zijn van een depressie, te relateren aan een smeltwatergeul (droog dal) vanaf de zuidwestelijk gelegen stuwwal. Bij de deels intacte boringen zijn archeologisch relevante lagen gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. In het opgeboorde sediment zijn geen archeologische indicatoren aangeboord uit de bovengenoemde perioden. Op basis van de verwachtingen uit het bureauonderzoek en de resultaten van het veldonderzoek kan de archeologische verwachting voor het plangebied worden bijgesteld naar laag. Geadviseerd wordt het plangebied vrij te geven voor wat betreft archeologie.