In opdracht van Fam. Van Leeuwen VOF heeft IDDS Archeologie in maart 2018 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd aan de Cattenbroekerdijk 39 in Linschoten, gemeente Montfoort. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande bouw van een vrijloopstal (plangebied). Het onderzoek beslaat het volledige erf (onderzoeksgebied). Uit het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied is gelegen aan een ontginningslint uit de 12e eeuw. Vanaf de Cattenbroekerdijk is de rivierkomvlakte ten oosten van de dijk ontgonnen. De ondergrond bestaat hier uit klei en veen dat pas na ontginning bewoonbaar was. Er worden in de ondergrond geen oudere archeologische niveaus verwacht. Op basis hiervan kan in het onderzoeksgebied een archeologisch niveau voorkomen direct onder de bouwvoor. De resten uit dit niveau kunnen dateren uit de Late Middeleeuwen B en de Nieuwe tijd en zullen naar verwachting behoren tot bewoning, waarbij het mogelijk is om (bakstenen) funderingen, putten en kuilen en overige erfinrichting aan te treffen. Het is mogelijk dat oudere resten zijn verstoord door recentere ingrepen in de bodem. De archeologische resten worden met name verwacht grenzend aan de Cattenbroekerdijk, binnen een afstand van 50-70m. De achterliggende delen van het onderzoeksgebied waren voornamelijk in gebruik als landbouwgrond. De resultaten van het veldwerk bevestigen dat het mogelijk is om rondom de bestaande woning, aan de dijk nog een archeologisch niveau met bebouwingsresten aan te treffen. In de overige delen van het onderzoeksgebied is er echter sprake van een dun toemaakdek (verder bij de dijk vandaan) of van verstoringen (aan de dijk, ten noordwesten van de bestaande bebouwing). Hierdoor kan de hoge verwachting van het bebouwingslint worden toegespitst tot het perceel dat op het kadastraal minuutplan bebouwd was. Voor de overige delen geldt een lage verwachting. De ontwikkeling van de stal (plangebied) ligt volledig in een zone met een lage verwachting en/of een verstoring. Er wordt daarom geadviseerd om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren voor deze ontwikkeling. Rondom het hoofdgebouw is het wel nog mogelijk om resten van oude bebouwing aan te treffen. Geadviseerd wordt om bij ontwikkelingen groter dan 200 m2 en dieper dan 0,5 m –mv nader onderzoek uit te laten voeren.