Sittard, Engelenhof-Putstraat

De locatie Engelenhof-Putstraat ligt in de historische binnenstad van Sittard. In het gehele plangebied is een intact antropogeen ophoogpakket aanwezig, dat ter plaatse van de gedocumenteerde profielen tussen 1,1 en 1,6 meter dik is. In werkput 4 heeft zich in het ophoogpakket een A-horizont kunnen ontwikkelen, die aangeeft dat het ophoogpakket al langere tijd aanwezig is. Onder het antropogene ophoogpakket komt een nog intacte bodem voor met vooral in werkput 1 en 2 aanwijzingen voor een begraven radebrikgrond met klei-uitspoelingshorizont en klei-inspoelingshorizont, die aanleiding heeft gegeven tot de vorming van pseudogley. De wormgangen vanuit de in alle werkputten nog aanwezige Ahb-horizont (20-40 cm dik) en de geleidelijke horizont-overgangen tonen aan dat de begraven bodem onder het ophoogpakket nog geheel intact is. In de top van de Ahb-horizont in de werkputten 1 en 4 werd direct onder het ophoogpakket aardewerk aangetroffen, dat dateert in de 13e eeuw (Zuid-Limburg, Periode III). Dit suggereert dat het gebied vanaf de 13e eeuw is opgehoogd, hetgeen in overeenstemming is met de ligging van het plangebied in een vanaf de 13e eeuw in gebruik genomen gebied rondom de vroegste kern van Sittard. De natuurlijke ondergrond ter plaatse van het plangebied lijkt te bestaan uit overwegend homogene en door de wind opgewaaide löss. Aanwijzingen voor verspoeling van de löss of voor restgeulen zijn in de onderzochte profielen niet waargenomen, hoewel het plangebied volgens de geomorfologische kaart op een daluitspoelingswaaier ligt. Dit suggereert dat het gebied in een relatief oud deel van de daluitspoelingswaaier ligt, die vermoedelijk nog in het laat-Weichselien afgedekt is geraakt met löss. De aanwezigheid van een goed ontwikkelde, intacte bodem in het hele plangebied en de afwezigheid van aanwijzingen voor colluviaal sediment (homogene korrelgrootteverdeling, geen grovere delen) suggereert een stabiel landschap, dus zonder erosie en verspoeling. Dit wijst er op dat het gebied op een blijkbaar stabiele flank van een lössplateau ligt.

Structuren en sporen Tijdens het archeologische onderzoek zijn in totaal 106 sporen aangetroffen, die zich in twee stratigrafische niveaus bevinden, te weten in en onder een ophoogpakket. De sporen zijn te dateren in de volle middeleeuwen, de late middeleeuwen en de nieuwe tijd (12e t/m 19e eeuw). De sporen uit de nieuwe tijd bevinden zich hoofdzakelijk in de top van het ophoogpakket en bestaan uit funderingsresten van bebouwing die was gelegen op de achtererven van de percelen aan de Paardenstraat, Putstraat en Pullestraat. Deze resten zijn te dateren in de 18e en 19e eeuw. Een perceelsscheiding en de steeg Engelenhof dateren mogelijk in de 17e eeuw. Een deel van deze sporen heeft ook betrekking op ambachtelijke activiteiten in de 18e en 19e eeuw. Zo hangt de vondst van fragmenten eesttegel samen met de aanwezigheid van het mouthuis in het onderzoeksgebied en kunnen de ijzerslakken in werkput 5 op metaalbewerking wijzen. Daarnaast zijn er onder het ophoogpakket nederzettingssporen uit de 11e tot 14e eeuw en mogelijk uit de prehistorie en Romeinse tijd gevonden. Deze nederzettingssporen betreffen vooral kuilen en paalkuilen. Deze worden afgedekt door diverse ophogingspakketten en zijn daardoor goed geconserveerd en bewaard gebleven. Uit deze sporen konden nog geen structuren worden herleid: hiervoor was het zicht in de proefsleuven namelijk te beperkt. De sporen worden afgedekt door een gefaseerd ophogingspakket (ontstaan na de 13e eeuw) en zijn daardoor goed bewaard gebleven.

Vondstmateriaal De belangrijkste vondstcategorie wordt gevormd door aardewerk. De aanwezigheid van één Romeinse scherf wijst niet direct op bewoning in deze periode. Dit geldt eveneens voor de mogelijk neolithische vuursteenafslag. Aan de hand van het vondstmateriaal kan worden geconcludeerd dat het plangebied pas vanaf de 11e eeuw in gebruik werd genomen en dat het terrein na de 13e eeuw geleidelijk is opgehoogd. Het overige vondstmateriaal is gering in aantal. Materiaalcategorieën als bot en metaal zijn redelijk tot goed bewaard gebleven. Er zijn tijdens het proefsleufonderzoek geen geschikte contexten voor bemonstering van paleo-ecologisch materiaal aangetroffen. Er dient vanwege de stadskerncontext echter rekening gehouden te worden met de organische vullingen van beer- of waterputten, waarin archeobotanisch materiaal en hout wel goed bewaard zijn gebleven.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xhp-2ywr
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-cyfx-ci
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:46325
Provenance
Creator Mark, R. van der
Publisher BAAC bv
Contributor BAAC bv; Aannemersbedrijf Jongen BV
Publication Year 2011
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/msword; image/jpeg; image/tiff; application/xls; application/mdb; application/ArcGIS
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.872W, 50.997S, 5.873E, 50.998N); Limburg; Sittard-Geleen; Sittard; Engelenhof