Archeologisch onderzoek in de Deventerweg en Van Achteveltstraat in Zutphen. Bij de aanleg van het nieuwe riool in de ventweg langs het noordelijke deel van de Deventerweg en de Van Achteveltstraat is archeologisch onderzoek uitgevoerd. In het zuidelijke deel van het plangebied is het tracé voorgegraven tot een archeologisch vlak. Hier werden inderdaad grondsporen aangetroffen. De oudste fase bestaat uit enkele onsamenhangende kleine paalkuiltjes. Hoewel uit de meeste geen vondstmateriaal is geborgen, bevatten twee ervan handgevormd aardewerk dat vrijwel zeker als Hessen-Schortensaardewerk te determineren is. In dat geval is de kans het grootste dat deze spoortjes vroegmiddeleeuws zijn (ca. 5e-9e eeuw). Één paalspoor wijkt duidelijk af van dit beeld. Aan aardewerk werd er een kogelpotscherf aangetroffen uit de 11e of 12e eeuw, en verder onder meer verbrande leem. In de sleuf zijn verder diverse laatmiddeleeuwse scherven gevonden, alsmede een 15e-eeuwse halve plak (zilveren munt). In het opgegraven deel is een dun esdek (plaggendek) aanwezig. Op grond van eerder onderzoek is het waarschijnlijk dat de opbouw van het esdek ergens in de 13e eeuw begint. De meest in het oog springende sporen zijn twee parallelle sloten met daartussen een afstand van 3,5 meter. Het blijken bermsloten te zijn, die al voorkomen op het kaartmateriaal van Van Deventer (ca. 1565). De sporenzone is aan de noordzijde begrensd door rechthoekige kuilen die in rijen vlak tegen elkaar zijn gegraven. Mogelijk is er grondverbetering toegepast voor iets anders, of is er zand gewonnen.