De gemeente Veere wil op korte termijn het plangebied Bouwlust III aan het Bergwegje te Aagtekerke ontwikkelen. De gemeente heeft in dit kader aan de WAD de opdracht gegeven om verkennend archeologisch onderzoek uit te voeren, in eerste instantie een bureauonderzoek en een booronderzoek.
De conclusie van het bureau- en booronderzoek was, dat in grote delen van het plangebied sprake is van een intact bodemprofiel. In dit bodemprofiel zijn drie niveau’s aanwezig die mogelijk archeologische resten konden bevatten.
Het leidde tot het volgende specifieke verwachtingsmodel: - op ca. 1,40 m onder maaiveld (ca. 1,20 m -NAP) bevindt zich een niveau in de top van het veen met een middelhoge verwachting op archeologie uit de ijzertijd, - variërend tussen 1,35 en 1,65 m onder maaiveld (1,12 en 1,37 m -NAP) ligt een niveau in de top van de zavelige slufterafzettingen met een middelhoge verwachting op archeologie uit de periode vanaf de ijzertijd tot de midden Romeinse tijd, - op ca. 0,45 m onder maaiveld (gem. ca. 0,22 m -NAP) een niveau in de top van de afdekkende zware kleiplaat en van de kreekafzettingen beide behorende tot overstromingen vanaf de midden Romeinse tijd.
Hier geldt een hoge verwachting op archeologie uit de late middeleeuwen. Er zijn namelijk veel vondsten uit deze periode in en rond het onderzoeksgebied gemeld. Deze vondsten zijn naar alle waarschijnlijkheid getuigen van bewoningsactiviteiten die samenhangen met de aanwezigheid van de nabij gelegen motte.
Deze vliedberg is in het verleden afgegraven, maar het Bergwegje ontleent er nog steeds zijn naam aan. Ook lijken in de boringen 8, 9 en 10 van het booronderzoek archeologische sporen op dit niveau aangeboord te zijn.
Om dit verwachtingsmodel te toetsen heeft de WAD in opdracht van de gemeente vervolgens een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek is komen vast te staan dat het voor Noord-Walcheren typerende en interessante bodemprofiel van de kleiplaatsgronden ter hoogte van het plangebied intact is en de drie verwachtingsniveaus ook aanwezig zijn.Tijdens hetzelfde proesfleuvenonderzoek zijn op deze drie niveaus geen archeologische grondsporen en vondsten gevonden, buiten enkele sporen van (sub)recente datum en van geringe waarde.
De aanbeveling luidt dan ook om de ontwikkeling van het plangebied Bouwlust III aan het Bergwegje bij Aagtekerke vrij te stellen van verder archeologisch onderzoek.