Het op het Sportcomplex Slenaken gelegen oefenveld wordt uitgebreid, en hiervoor moet een stuk talud worden afgegraven.
Het onderzoeksgebied werd bewoond tijdens het Neolithicum en er is een hoge verwachting voor archeologische waarden uit deze periode. Gedacht kan worden aan de aanwezigheid van resten van vuursteenbewerking en nederzettingssporen.
Als er een Neolithische nederzetting aanwezig is in het onderzoeksgebied dan is de verwachting dat deze hoger op het terras ligt dan het plangebied. In het plangebied kunnen dan verspoelde resten van deze nederzetting verwacht worden. Omdat deze resten niet meer in situ zijn, geldt voor het plangebied een middelhoge verwachting voor waarden uit het Neolithicum. De verwachte Neolithische waarden bevinden zich in het colluvium. Het colluvium zal niet bijzonder dik zijn aangezien het plangebied op een helling ligt; lager in het dal is het colluvium dikker.
Het plangebied werd in de historische tijd niet bewoond. Aangezien er echter wel bewoning in de directe omgeving plaatsgevonden heeft is er een middelhoge verwachting voor resten uit de Middeleeuwen. Het gaat dan in het bijzonder om resten die met landbouw te maken hebben, zoals bijvoorbeeld perceelsscheidingen (graften). Deze waarden zullen zich net onder de bouwvoor ophouden.
Een verkennend booronderzoek of proefsleuvenonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht aangezien de verwachte waarden niet meer in situ zijn. De verwachting is tevens dat een booronderzoek weinig informatie over archeologische waarden zal opleveren, gezien de bodemgesteldheid van het onderzoeksgebied.
Wij bevelen daarom aan om de graafwerkzaamheden onder archeologische begeleiding uit te voeren. Eventuele vondsten en sporen dienen door een archeoloog met ervaring op het gebied van lössbodems gedocumenteerd te worden. Uitgangspunt is wel dat er met een gladde bak wordt gewerkt, en dat er een vlak wordt aangelegd op een leesbaar sporenniveau. Voor de Middeleeuwse resten is dit net onder de bouwvoor, voor oudere resten in het colluvium. Deze archeologische waarden kunnen dan een indicatie geven voor de mogelijke aanwezigheid van een Neolithische nederzetting hoger op het terras, of voor Middeleeuwse bewoning.
