De bodemopbouw binnen het plangebied bestaat uit getij -afzettingen met daarboven lokaal nog resten van het veenpakket uit de ijzertijd-Romeinse tijd. Daarboven bevinden zich Middelzee-afzettingen, waarvan de basis humeus is. Bij uitbraken vanuit de Middelzee is het veen in de vroege middeleeuwen grotendeels geërodeerd. Boven de Middelzee-afzettingen is aan de westzijde van het tracé een archeologisch niveau aanwezig. De terp van Tjalhuizum is grotendeels afgegraven, maar binnen het tracé resteert nog wel een terpzool met resten van terplagen en grondsporen. Ten oosten daarvan is een intacte boezemdijk aanwezig, waar in het verleden een pad overheen heeft gelopen. Zowel de terp als de boezemdijk dateren vermoedelijk uit de middeleeuwen-nieuwe tijd.