Survey concerning the destinations of graduated and non-graduated school-leavers entering further education and the labour market. Educational career / occupational status / further education / characteristics of present job / transition from education to present employment / evaluation of curriculum / job-seeking behaviour / background characteristics of respondent. See also the ROA website
Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) voert sinds het begin van de jaren negentig in vrijwel alle sectoren van het Nederlandse onderwijsstelsel onderzoek uit onder schoolverlaters. De gegevens worden opgeslagen in het SchoolverlatersInformatieSysteem SIS. Ontwerp, uitvoering en beheer van het SIS berusten bij het ROA. Het veldwerk wordt verzorgd door DESAN Research Solutions te Amsterdam.Naast instrument voor kwaliteitszorg ten behoeve van onderwijsinstellingen dienen de gegevens vooral als een landelijk representatieve databron waarvan de maatschappelijke en wetenschappelijke betekenis ligt in het vergroten van het inzicht in de transitie van school naar werk. Dit laatste vindt met name zijn neerslag in de publicatie van algemeen toegankelijke, landelijke rapportages, die door het ROA jaarlijks worden samengesteld. Daarnaast worden de gegevens gebruikt voor aanvullende, vaak meer specifieke analyses in opdracht van derden.SIS bestaat uit een aantal verschillende schoolverlatersonderzoeken waarvoor elk najaar ongeveer tachtigduizend individuen worden benaderd. In de eerste plaats bevat het de gegevens uit een enquête gericht op schoolverlaters van het voortgezet onderwijs (HAVO, VWO) en het voorbereidend beroepsonderwijs (VMBO), de VO-Monitor. Daarnaast vindt er een jaarlijks onderzoek plaats onder schoolverlaters van de beroepsopleidende (BOL) en beroepsbegeleidende (BBL) leerwegen van het secundair beroepsonderwijs, de BVE-Monitor. In de derde plaats zijn opgenomen de gegevens uit de HBO-Monitor, die wordt gehouden onder afgestudeerden van het HBO.Vanaf 2007 verricht het ROA ook onderzoek naar de voortijdige uitval van schoolverlaters, de zogenaamde VSV-Monitor.De verschillende vragenlijsten zijn onderling op elkaar afgestemd wat betreft meetmoment, basisinstrument, gehanteerde definities en gebruikte classificaties. Bovendien zijn de classificaties aangepast aan andere statistische bronnen, bijvoorbeeld die van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).