In mei 2011 heeft Archol BV in opdracht van de gemeente Montferland een definitieve opgraving uitgevoerd in plangebied Brede School Noord aan de Lupinenstraat te Didam. De opgraving was gericht op deelgebied oost. Aanleiding voor het onderzoek zijn plannen voor de aanleg van een school met sportvoorzieningen en woningbouw. In een eerder stadium is een verkennend proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek zijn archeologische resten aangetroffen in de ondergrond van deelgebied oost. De geplande nieuwbouw vormt een bedreiging voor deze behoudenswaardige resten. Doel van de opgraving is het zo goed mogelijk documenteren en verzamelen van de aanwezige archeologische waarden binnen het plangebied.
Geconstateerd werd dat de conservering van de sporen over het algemeen slecht is. Het gaat om twee clusters chronologisch en ruimtelijk gespreide sporen: een cluster uit de middeleeuwen en één uit de ijzertijd. Het aangetroffen vondstmateriaal is maar in beperkte mate uit sporen afkomstig. Het sporencluster uit de ijzertijd bestaat hoofdzakelijk uit kuilen en enkele verspreide paalsporen. Het lijkt er op dat het deelgebied zich niet in de kern van een voormalige nederzetting uit de ijzertijd bevindt, maar in de periferie daarvan. Na de ijzertijd heeft er zich binnen het plangebied niets meer afgespeeld dat een archeologische neerslag heeft gehad. Pas in de middeleeuwen zijn er weer activiteiten geweest; het terrein lijkt toen geschikt te zijn gemaakt voor de landbouw. Bewoningssporen ontbreken. De sporen bestaan uit kuilen en greppels. Op basis van het aardewerk dateren de sporen tussen de 10e en de 13e eeuw. De sporen lijken in verband te staan met de inrichting van het buitengebied van het toenmalige Didam en de latere grootschalige ontginning van het gebied. Uitgaande van de historische kaarten lijkt dit gebruik tot in de 19e eeuw te zijn voortgezet.
