In de bezettingstijd zat deze jongeman in Haarlem bij het verzet en de Binnenlandse Strijdkrachten. Direct na de bevrijding werd hij als oorlogsvrijwilliger getraind met het Kennemer Bataljon en ging hij naar Nederlands-Indië. Op 31 december 1945 gingen ze per M.S. Alcantara richting Singapore, waar ze zes dagen op de rede lagen. Te Chaah moesten ze wachten van de Engelsen; ze mochten Indië niet in. Pas op 23 maart 1946 gingen ze verder naar Java. Daar volgde een bloederige strijd tegen de "pelopors" en TNI-troepen, waar deze man in de tweede helft van dit gesprek dieper op ingaat.