Een archeologisch onderzoek naar een mogelijk urnenveld op plangebied Plantexpo te Schoonloo, gemeente Aa en Hunze (Dr.)

Conclusies Ten behoeve van het onderzoek in Schoonloo zijn twee PvE’s opgesteld: de eerste voor het inventariserende veldonderzoek (IVO), de tweede voor de opgraving van het eventuele urnenveld. In dit hoofdstuk zullen de onderzoeksvragen uit beide PvE’s worden beantwoord. Met betrekking tot de vragen van het eerste PvE, kunnen aan de hand van de resultaten van het IVO de volgende antwoorden worden gegeven:

1 Bevinden zich archeologische resten op de drie onderzoeksterreinen? Op terrein A zijn sporen en vondsten uit de Nieuwe Tijd aangetroffen. Terrein B bleek verstoord te zijn door recente ingravingen, hier zijn geen archeologische sporen of vondsten aangetroffen. Op terrein C, aan de oostzijde van het plangebied, zijn in het wegcunet delen van drie kringgreppels aangetroffen. De functie van de kringgreppels is niet helemaal zeker. Ze zouden deel hebben kunnen uitgemaakt van grafmonumenten binnen een urnenveld. Omdat duidelijke grafkuilen ontbreken en geen vondstmateriaal is aangetroffen, is dit echter niet zeker. Uit de laatste fase van de urnenveldenperiode komt het ontbreken van een centrale bijzetting in de grafmonumenten echter wel voor. Dan gaat het om brandheuvels, die gewoonlijk zijn gemarkeerd door vierkante en rechthoekige greppels en een enkele keer ook door een kringgreppel.

2 Wat is de omvang van eventueel aanwezige vindplaatsen? Indien de kringgreppels deel uitmaken van een urnenveld, kan de precieze omvang van dit urnenveld tijdens het onderzoek niet worden bepaald. Er zijn echter wel aanwijzingen. Ongeveer 250 m ten oosten van de vindplaats ligt een Bronstijd grafheuvel (waarnemingsnr. 238572) en in het Noordelijk Archeologisch Depot (NAD) is uit Schoonloo ´e´en melding bekend (1959-III.2) van een geoorde biconische urn met crematieresten uit de Late Bronstijd. De precieze locatie van deze vondst is onduidelijk, er wordt gemeld dat de urn is gevonden ‘aan de weg Schoonloo-Borger, bij de WAKO-duiker’. De term ‘WAKO-duiker’ is een productnaam. Dit is een duiker bestaande uit geprofileerde stalen platen die in segmenten aan elkaar worden gebout. Binnen de gemeente Aa en Hunze is, zowel intern als extern, navraag gedaan over de locatie van deze duiker, maar deze kan niet worden getraceerd. Wellicht moet deze plek gevonden worden in de buurt van de grafheuvel en kan deze urn tot een oudere fase van het urnenveld behoren, die tussen de grafheuvel en de kringgreppels in het onderzoeksgebied kan liggen. In dit geval moet gedacht worden aan een vrij uitgebreid urnenveld, met een doorsnede van ongeveer 250 m.

3 Wat is de datering van eventueel aanwezige vindplaatsen? Urnenvelden dateren uit de Late Bronstijd tot en met de Midden-IJzertijd, ongeveer tussen 1100–500 v. Chr. Gezien het ontbreken van centrale graven in de kringgreppels en de mogelijkheid dat het brandgraven betreft, zouden ze kunnen dateren uit de laatste fase van de urnenveldenperiode, ca. 700 – 500 v. Chr.

4 Welke mate van waardering kan aan de vindplaats worden toegekend? Indien de vindplaats een urnenveld betreft, is dit bijzonder. Ten noorden en westen van Schoonloo zijn wel dergelijke vondstcomplexen en mogelijk bijbehorende nederzettingen aangetroffen, maar uit (de nabije omgeving van) Schoonloo zijn slechts weinig archeologische vondsten uit deze periode bekend. De grafheuvel en de vondstmelding uit het NAD van de Late Bronstijdurn kunnen door de vondst van de kringgreppels in een breder kader worden geplaatst.

De vragen die ten behoeve van de opgraving van het eventuele urnenveld zijn opgesteld, kunnen als volgt worden beantwoord: 1 Hoeveel individuele grafmonumenten bevinden zich binnen het onderzoeksterrein? Hoeveel grafmonumenten liggen slechts ten dele binnen het onderzoeksterrein? Er zijn drie mogelijke grafmonumenten aangetroffen, die geheel binnen het onderzoeksterrein liggen. Er zijn geen monumenten aangetroffen die ten dele binnen het onderzoeksterrein liggen.

2 Bevinden zich in de grafmonumenten ook urnkuilen? Bevatten aanwezige kuilen ook urnen en/of resten daarvan? Bevatten eventueel aanwezige urnen ook crematieresten? Bevatten de grafmonumenten ook (een) losse concentratie(s) van crematieresten? Bevatten de monumenten ook grafmarkeringen waarvan paalgaten het residu vormen? Binnen kringgreppels 2 en 3 zijn kuilen gevonden (sporen 18 en 39, werkput 2), die mogelijk een functie als grafkuil hebben gehad. In deze kuilen werden geen urnen aangetroffen, en evenmin crematieresten of houtskool. Kringgreppel 1 had geen grafkuil of bijzetting. Er zijn geen urnen of crematieresten aangetroffen tijdens het onderzoek. De kringgreppels bevatten geen grafmarkeringen van paalgaten.

3 Bevatten de monumenten nog resten van een heuvel? In de gedocumenteerde profielen van kringgreppels 2 en 3 waren geen resten van een heuvellichaam aanwezig. De bodem is tot de top van de C-horizont verstoord. Het oorspronkelijke maaiveld en eventuele resten van een grafheuvel zijn niet meer aanwezig.

4 Wat zijn de diameters van de gramonumenten? Hoe breed en hoe diep zijn de kringgreppels? Bevatten de greppels ook een paalkrans en/of een steenkrans? Bevatten de kringgreppels ook votiefgaven? Kringgreppel 1 heeft een diameter van 7 m. De greppel heeft een breedte van 40 cm en een diepte van 15 cm. Kringgreppel 2 heeft een diameter van 6,5 m. De greppel is 30 cm breed en maximaal 15 cm diep. In kringgreppel 2 werd een grote veldkei aangetroffen, die daar bewust ingelegd lijkt te zijn. Mogelijk kende deze veldkei een functie als markering van de kringgreppel/het grafmonument. Kringgreppel 3 heeft een diameter van 8 m, is 60 cm diep en 25 cm diep. Er zijn geen paal- of steenkransen aangetroffen in de greppels. Ook vondstmateriaal ontbreekt.

5 Wat is de datering van de afzonderlijke grafmonumenten? Aangezien er geen dateerbaar vondstmateriaal is aangetroffen bij de grafmonumenten, is het niet mogelijk gebleken de afzonderlijke kringgreppels te dateren.

6 Valt bij de aanleg van de grafmonumenten een fasering aan te geven, zowel bij enkele monumenten als bij grafmonumenten onderling? Kringgreppel 1 en 2 zijn vergelijkbaar wat diameter en breedte van de greppel betreft. De derde kringgreppel heeft een grotere diameter en de greppel is breder en dieper dan de andere twee. Deze greppel oversnijdt greppel 2, en is daarom jonger.

7 Kan binnen het onderzoeksgebied een toenmalige begrenzing van het urnenveld worden vastgesteld? Ten zuiden van de drie aangetroffen kringgreppels werden geen andere kringgreppels aangetroffen. Aan deze zijde lijkt de begrenzing van het mogelijke urnenveld te zijn bereikt. Aan de overige zijden kan het urnenveld zich nog hebben uitgestrekt. Aan de westzijde is het terrein verstoord door recent afgebroken bebouwing. Aan de noord- en oostzijde zou het urnenveld in de aanwezige tuinen en onder de huizen door kunnen lopen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-29y-q9u7
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-kts-7k4
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:28854
Provenance
Creator Hielkema, J.B.; Wit, M.J.M. de
Publisher ARC bv.
Contributor Bosma, K.L.B.; Roller, G.J.; Veldhuis, J.R.; ARC bv.
Publication Year 2009
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.701 LON, 52.904 LAT); Drenthe; Aa en Hunze; Schoonloo; Plantexpo; 17E