Rotterdam 't Hart Fase 2. Een bureauonderzoek en een verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen

In opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) van de gemeente Rotterdam heeft het Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam (BOOR) in juli 2011 een verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in het plangebied ‘t Hart Fase 2 (gemeente Rotterdam). Voorafgaand aan het veldonderzoek is voor het plangebied een bureauonderzoek uitgevoerd.

Uit het bureauonderzoek, waarbij onder meer is gekeken naar de historische situatie, de bodemopbouw en de bekende archeologische waarden in (de omgeving van) het plangebied, komt naar voren dat er voor het plangebied een zeer hoge archeologische verwachting geldt voor vindplaatsen uit het Mesolithicum en Neolithicum in verband met de aanwezigheid van rivierduinafzettingen in de ondergrond. De archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de Bronstijd tot en met de Romeinse tijd is laag. Voor de Middeleeuwen (tot 1373) geldt een zeer hoge archeologische verwachting in verband met het voorkomen van vindplaatsen uit die periode in de omgeving. Voor vindplaatsen uit de Middeleeuwen (vanaf 1373) en de Nieuwe tijd geldt een lage archeologische verwachting.

Tijdens het verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek is het rivierduin dat ten noorden van onderhavig onderzoeksgebied in 2008 is opgegraven, opnieuw aangetroffen. Het betreft de flank van het zuidelijke topje van BOORvindplaats 13-66. In de top van de afzettingen van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Delwijnen zijn in enkele boringen archeologische indicatoren aangetroffen, zoals stukjes verbrand bot, houtskool en een vuursteensplinter. De vondsten zijn aangetroffen op een minimale diepte van 6,02 m - NAP (4,35 m - mv).

In deelgebied A is de bodemopbouw intact aanwezig en de verwachte rivierduinafzettingen zijn in de ondergrond aangetroffen. Ook zijn enkele archeologische indicatoren op deze afzettingen gevonden. Voor het bovenste traject tot 5 m - NAP (3,15 m - mv) hoeven er geen voorzieningen getroffen te worden om archeologische waarden te behouden of te ontzien. Voor verstoringen (ook heien) dieper dan 5 m - NAP (3,15 m - mv) wordt er vervolgonderzoek geadviseerd.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2bm-vdsd
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-s6sy-d1
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:56210
Provenance
Creator Zijl, W.; Schiltmans, D.E.A.
Publisher Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR)
Contributor Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR)
Publication Year 2013
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/msword; application/dbf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.547 LON, 51.887 LAT); 37H; Rotterdam 't Hart Fase 2; Rotterdam; Rotterdam; Zuid-Holland