Oostburg Lange Heerenstraat - Maaidijk Oostburg Lange Heerenstraat - Maaidijk. Gemeente Sluis. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen

De opdrachtgever heeft het voornemen om een zonnepark te realiseren aan de Lange Heerenstraat met hoek Maaidijk te Oostburg (gemeente Sluis). Omdat met de werkzaamheden de vigerende vrijstellingsgrenzen worden overschreden, dient in het kader van de benodigde bestemmingsplanwijziging een archeologisch onderzoeksrapport te worden voorgelegd. In het kader hiervan heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed reeds in 2019 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd, waarbij een gespecificeerd verwachtingsmodel werd opgesteld voor het plangebied.

Op basis van de beschikbare aardwetenschappelijke, archeologische en historische gegevens is in het bureauonderzoek een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Hierbij zijn drie geologische niveaus bepaald waaraan een archeologische verwachting te koppelen is. Te weten het Laagpakket van Walcheren (Formatie van Naaldwijk), het Holland-/Basisveen (Formatie van Nieuwkoop) en het Laagpakket van Wierden (Formatie van Boxtel) waarin samengevat resten uit het laat-paleolithicum tot de nieuwe tijd te verwachten zijn. Er kan gesteld worden dat: - Geen monumenten of bekende archeologische vindplaatsen aanwezig zijn; - Het plangebied kan opgedeeld worden in twee grote eenheden: Zone A met diepreikende geulafzettingen (Laagpakket van Walcheren) en Zone B met een gelaagde opbouw van komafzettingen (Laagpakket van Walcheren), intact veen (Hollandveen Laagpakket) en intact pleistoceen dekzand (Laagpakket van Wierden); - In Zone A en B een lage verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen uit de nieuwe tijd in de top van het Laagpakket van Walcheren (direct onder de verstoorde bovenlaag/bouwvoor) omwille van het ontbreken van cartografische referenties. - Op de kaart van Pourbus uit de 16e eeuw worden net buiten de oostelijke grens van het plangebied wel enkele hofstedes afgebeeld. Om die reden wordt in Zone A een middelhoge verwachting aangehouden op het aantreffen van vindplaatsen uit de (vroege tot late) middeleeuwen in het Laagpakket van Walcheren. Het is niet bekend in welke mate de 16e-eeuwse stormvloeden, overstromingen en geulinsnijdingen de oudere middeleeuwse sedimenten hebben aangetast en/of volledig opgeruimd. De diepteligging van deze mogelijke vindplaatsen is niet bekend en kan variëren van 0,5 tot 1,7 m-mv; - In Zone B een middelhoge verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen uit de (vroege tot late) middeleeuwen in het Laagpakket van Walcheren. De diepteligging van deze mogelijke vindplaatsen is niet bekend en kan variëren van 0,5 tot 1,7 m-mv; - In Zone A geen verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen uit de late ijzertijd en Romeinse tijd in het Hollandveen omwille van diepgaande mariene erosie; - In Zone B een hoge verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen uit de late ijzertijd en Romeinse Tijd in de top van het Hollandveen (vanaf circa 0,6 m -NAP of 1,7 m -mv) met uitzondering van die delen die aangetast zijn door moernering; - In Zone A geen verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen uit het laat-neolithicum tot en met de bronstijd in het Hollandveen omwille van diepgaande mariene erosie; - In Zone B een lage verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen uit het laat-neolithicum tot en met de Bronstijd in het Hollandveen omwille van de aanwezigheid van een zich ontwikkelend veenmoeras; - In Zone A geen verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen uit het laat-paleolithicum en het mesolithicum in de top van het Laagpakket van Wierden omwille van diepgaande mariene erosie; - In Zone B een middelhoge verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen uit het laat-paleolithicum en het Mesolithicum in de top van het Laagpakket van Wierden omwille van de veronderstelde aanwezigheid van een intacte dekzandtop vanaf circa 1,7 m -NAP (2,8 m -mv); - Er verder geen aanwijzingen zijn voor grootschalige bodemverstoringen. Alleen in de zuidwesthoek dient rekening gehouden te worden met een verstoring door een hogedruk aardgastransportleiding; Uit het bureauonderzoek blijkt dat de kans op het aantreffen van (behoudenswaardige) vindplaatsen reëel is. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in drie deelgebieden: - Zone : (lage) verwachting op het voorkomen van vindplaatsen is reeds bevestigd door het booronderzoek dat in 2002 werd uitgevoerd (oppervlakte 60.500 m²); - Zone A: lage/(middel)hoge verwachting op het voorkomen van vindplaatsen maar nog niet getoetst door middel van een inventariserend onderzoek (oppervlakte 60.200 m²); - Zone B: lage/(middel)hoge verwachting op het voorkomen van vindplaatsen uit diverse perioden maar nog niet getoetst door middel van een inventariserend onderzoek (oppervlakte 80.300 m²).

Dit model is in 2022 getoetst door het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase). Tijdens deze verkennende fase werden de landschappelijke vormeenheden bepaald met als doel kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones aan te duiden voor eventuele volgende vormen van onderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat: - In de delen van het onderzoeksgebied waar pleistocene dekzand behorende tot het Laagpakket van Wierden voorkomt boven 2 meter -NAP een middelhoge verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen vanaf het laat-paleolithicum tot met het neolithicum. Het dekzand kan in deze zones voorkomen vanaf 1,48 meter -NAP; - Voor de overige delen van het plangebied een lage verwachting bestaat op het voorkomen van vindplaatsen vanaf het laat-paleolithicum tot met het neolithicum in of op het Laagpakket van Wierden; - Binnen de zones van het onderzoeksgebied waar Basisveen voorkomt hoger dan 1 meter -NAP een hoge verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen uit de late ijzertijd en/of Romeinse tijd. Dit veenniveau hier kan voorkomen vanaf 0,57 meter -NAP; - Voor de overige delen van het plangebied een lage verwachting bestaat op het voorkomen van vindplaatsen uit de late ijzertijd en/of Romeinse tijd in of op het Basisveen Laagpakket; - Binnen een zone in het oostelijke deel van het onderzoeksgebied, in de top van afzettingen van het Laagpakket van Walcheren, archeologische indicatoren en andere aanwijzingen aangetroffen zijn die verband houden met een vindplaats uit de late middeleeuwen en vroege nieuwe tijd. Resten van deze vindplaats kunnen aangetroffen worden direct onder de huidige bouwvoor; - Voor de overige delen van het plangebied een lage verwachting bestaat op het voorkomen van vindplaatsen uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd in of op het Laagpakket van Walcheren

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xkq-x5sj
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-8m-yq8y
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:350244
Provenance
Creator Kiburg, J.
Publisher Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Contributor Zeeland; Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publication Year 2024
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format pdf; prj; jpg; dbf; sbn; shx; csv; shp; sbx; cpg
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (3.507 LON, 51.338 LAT); Zeeland; Sluis; Oostburg; Lange Heerenstraat, Maaidijk; 67A (kaartblad)