In opdracht van Gemeente Weert heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied Rotonde Eindhovenseweg / Ringbaan Noord te Weert.
In de omgeving van het plangebied zijn vondsten gedaan uit verschillende periodes, vanaf het mesolithicum tot en met de nieuwe tijd. In de directe omgeving van het plangebied is zijn nederzettingsterreinen en grafvelden uit de bronstijd, ijzertijd en middeleeuwen opgegraven. Tevens bevindt het plangebied zich vlakbij de historische dorpskern van het gehucht Hushoven, en is op historische kaarten te zien dat er ook historische bebouwing binnen de grenzen van het plangebied voorkomt. Bijgevolg kan worden gesteld dat de verwachting onverminderd hoog is voor alle perioden vanaf de steentijden tot en met de nieuwe tijd. Het valt echter niet uit te sluiten dat de bodem in het plangebied tot op zekere diepte is ontgraven en verstoord ten gevolge van de aanleg van de Ringbaan Noord in de tweede helft van de twintigste eeuw. In dat geval zullen eventuele vindplaatsen binnen de grenzen van het plangebied in serieuze mate zijn aangetast en veel sporen zijn verdwenen. In dat geval kan de archeologische verwachting voor het plangebied worden bijgesteld naar laag. Een verkennend booronderzoek teneinde de mate van verstoring na te gaan is dan ook de meest geëigende methode om de archeologische verwachting voor het plangebied te toetsen.
Uit het veldonderzoek bleek dat in het plangebied een dik humeus dek met een dikte van 50-150 cm aanwezig was, met daaronder de C-horizont. In slechts één van de twintig boringen werd nog een restant van het oorspronkelijke podzolprofiel in de vorm van een BC-horizont aangetroffen. Vijf van de twintig boringen stuikten op een flinke hoeveelheid puin. Het is niet duidelijk waar dit puin afkomstig van was maar het betreft hoogstwaarschijnlijk puin dat is aangebracht om het wegdek te funderen.
Het is niet aangetoond dat de bodem in het plangebied diep is verstoord of afgetopt en het plangebied kan bijgevolg niet worden vrijgegeven. Gezien de aard van de plannen en de moeilijke technische uitvoerbaarheid van een vervolgonderzoek door middel van proefsleuven wegens de ligging ervan langs een drukke weg en de grote hoeveelheid leidingen in de ondergrond, is een archeologische begeleiding van de werkzaamheden de meest geëigende methode om eventueel archeologische vindplaatsen in het plangebied te documenteren.
Gezien de mogelijkheid dat in de ondergrond nog oude bebouwing en dus archeologische resten aanwezig zijn blijft de archeologische verwachting voor het plangebied hoog. Ook daar waar geen puin in de ondergrond is aangetroffen is niet aangetoond dat de bodem in het plangebied diep is verstoord of afgetopt. Het plangebied kan bijgevolg niet worden vrijgegeven. Gezien de aard van de plannen en de moeilijke technische uitvoerbaarheid van een vervolgonderzoek door middel van proefsleuven wegens de ligging ervan langs een drukke weg en de grote hoeveelheid leidingen in de ondergrond, is een archeologische begeleiding van de werkzaamheden de meest geëigende methode om eventueel archeologische vindplaatsen in het plangebied te documenteren. Tijdens de begeleiding geldt dan het protocol opgraven uit de K.N.A. 3.1.(OS01 t/m OS16; DS01 t/m DS05).
