Boxmeer, Jodenpaadje

In opdracht van de gemeente Boxmeer werd in het plangebied Jodenpaadje in de gemeente Boxmeer een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd. De geplande nieuwbouw van een aantal woningen, een ondergronds waterbekken en parkeerplaatsen vormen een bedreiging voor het bodemarchief. Op basis van het vooronderzoek werden vooral resten van een synagoge verwacht. Op grond van het selectiebesluit van de gemeente Boxmeer werd een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd conform de KNA versie 3.1.

Het plangebied ligt op een laagterras van de Maas dat in het laat pleistoceen is ontstaan. In latere tijden is daar een 1 meter dik pakket stugge klei op afgezet, die bekend staat als de Laag van Wijchen. Door de ligging in de bebouwde kom is het plangebied bodemkundig niet gekarteerd, maar extrapolerend van de omgeving kan voor het plangebied een hoge enkeerdgrond verwacht worden. Deze bodems zijn op statistische gronden zeer kansrijk voor het aantreffen van archeologische resten. In de nabije omgeving van het plangebied zijn dan ook meerdere vindplaatsen bekend. Zo werden bij archeologisch onderzoek in de Petruskerk aan de Steenstraat de resten van een 10e – 11e eeuwse voorganger ontdekt. Ook op andere locaties in de nabijheid werden resten van vroeg- en laat middeleeuwse bewoning gedocumenteerd. Van het plangebied zelf zijn echter geen vondsten of waarnemingen bekend. Op historisch kaartmateriaal is op de locatie van het plangebied een Israëlitische Kerk/Synagoge en enige kleine burgerlijke bewoning aanwezig. Ook heeft er een leerlooierij gelegen. De synagoge is in de tweede wereldoorlog gesloopt, terwijl de 19de eeuwse bebouwing tussen 1987 en 2010 gesloopt werd. Op basis hiervan werd voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting geformuleerd waarbij vooral de mogelijke resten van de synagoge op de voorgrond traden. De onderzoeksvragen, waarop het proefsleuvenonderzoek een antwoord moest geven, werden ingekaderd in de hoofdstukken 22 en 24 van de NOaA.

In totaal werden 5 proefsleuven aangelegd, met een breedte van 2 meter en een totale lengte van 100,5 meter. Door locale omstandigheden moest de ligging ervan iets aangepast worden ten opzichte van de planning volgens het PvE. Het leesbare vlak werd op circa 1 meter beneden het maaiveld aangelegd, met uitzondering van die gedeelten waar muurresten of andere sporen aanwezig waren. Bij de aanleg van de proefsleuven werden waar mogelijk vondsten geborgen in vakken van 5 x 2 meter, of werden gekoppeld aan de aanwezige sporen. De proefsleuven en bodemopbouw werden op standaardwijze gedocumenteerd.

De belangrijkste resultaten betreffen de bodemopbouw en twee vindplaatsen. De bodemopbouw gaf een bevestiging van het geologisch model, waarbij een nadere precisering kon plaatsvinden. In het noordelijk deel van het plangebied werd een kleilaag aangetroffen die als de Laag van Wijchen geïdentificeerd werd. Daarmee kon een komkleigebied worden afgebakend. In het zuidelijk deel van het plangebied werd een zandige licht lemige laag aangetroffen die als een oud Maasterras werd geïdentificeerd. Dit gedeelte van het plangebied ligt op de flank van een oeverwal die zich verder in zuidelijke richting voortzet. De twee vindplaatsen betreffen enerzijds de resten van een synagoge (vindplaats 1) en funderingen en een waterput van de 19de eeuwse bebouwing (vindplaats 2). De resten van de synagoge, in het zuidwestelijke deel van het plangebied, betreffen twee oost – west lopende funderingen van 50 cm breed op circa 4,5 meter van elkaar. Deze waren gemetseld van rode bakstenen met kalkmortel. Daarbinnen werd een bruine lemige uitbraaksleuf van een binnenmuurtje ontdekt die de ruimte tussen de funderingen in tweeën deelde. In het zuidelijke deel hiervan werd het restant van een waterput gevonden. Dit bestond uit een blauwlemige band met een dikte van 10 cm en een maximale diameter van 1.70 meter. Deze waterput werd aan een mikwe gerelateerd, die zich mogelijk in de zuidoost hoek van de synagoge heeft bevonden. De tweede vindplaats betreft enkele bakstenen funderingen die eveneens met kalkmortel waren gemetseld. Deze werden aangetroffen in het oostelijke (proefsleuf 2) en zuidoostelijke (proefsleuf 3) deel van het plangebied. Tevens werd in proefsleuf 3 een ronde bakstenen waterput met koepel vrijgelegd. Deze lag in de nabijheid van een fundering van een bijgebouwtje.

In de uiteindelijke waardering van beide vindplaatsen conform de KNA versie 3.1 wordt vindplaats 1 als behoudenswaardig aangemerkt. Dit is met name gebaseerd op de goede fysieke en inhoudelijke kwaliteit en hoge zeldzaamheid van de aangetroffen sporen. Ook zijn er nog maar enkele mikwaot archeologisch onderzocht. Bepleit wordt om indien mogelijk, door aanpassing van de plannen, deze resten in situ te behouden. Indien behoud in situ niet mogelijk is wordt geadviseerd om over te gaan tot een definitieve opgraving van de resten en de directe omgeving van de synagoge (behoud ex situ). De tweede vindplaats wordt als niet behoudenswaardig gekwalificeerd. Met name door de recente sloop is er veel informatie verloren gegaan.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zym-r699
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-cfmb-4l
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:47230
Provenance
Creator Nuenen, F. van; Weerden, J.F. van der
Publisher BAAC bv
Contributor BAAC bv; Gemeente Boxmeer
Publication Year 2011
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/msword; image/jpeg; image/tiff; application/mdb
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.949 LON, 51.646 LAT); Jodenpaadje; Boxmeer; Gemeente Boxmeer; Noord-Brabant