Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed heeft een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd voor het plangebied Walplein 12C te Sluis. De initiatiefnemer, de familie van der Plasse, heeft namelijk het voornemen om de bestaande garageboxen aan het Walplein 12C te vernieuwen. De bestaande opstallen worden gesloopt en op dezelfde plek worden 2 unit verzamelgebouwen gerealiseerd (op strookfundering tot een diepte van circa 0,8 m -mv) met daarin 46 nieuwe parkeerboxen. Het plangebied beslaat een oppervlakte van circa 1.700 vierkante meter. En is kadastraal bekend onder Gemeente Sluis, Sectie I, Perceel 2224 (met huisnummer 12C) en 2284.
Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat het plangebied tot in de 18e eeuw in het Zwin gelegen is, en vanaf de 18e eeuw ter plaatse van de vestingwerken. In de 20e eeuw zijn deze vestingwerken geslecht en is het gebied genivelleerd en in gebruik genomen als rangeerstation. Dit rangeerstation verliest haar functie omstreeks 1949, de huidige bebouwing is ontstaan omstreeks 1968.
Er bevindt zich binnen het plangebied tot een diepte tussen 1,05 en 1,3 m -mv een recent antropogeen pakket, toe te schrijven aan het 20e-eeuwse gebruik van het gebied. Hieronder ligt een oudere antropogeen pakket dat als rest van de vestingwerken geïnterpreteerd wordt. De afzettingen van het Laagpakket van Walcheren zijn gelegen op een diepte tussen 2,3 en 3,05 m -mv en bestaan uit geulafzettingen. Oudere niveaus zijn binnen de maximale boordiepte van 3,4 m -mv niet vastgesteld. Het is niet uitgesloten dat zich in het zuidoosten van het plangebied nog veen en pleistocene zandafzettingen bevinden. Indien daadwerkelijk aanwezig zullen deze zich echter op de vrij grote diepte van circa 5,2 en 6,7 m -mv bevinden.
Op basis van het voorliggend onderzoek geldt er binnen het plangebied dan ook een hoge verwachting voor resten van de 18e-eeuwe vestingwerken vanaf minimaal 1,05 m -mv. In het zuidoosten geldt daarnaast tevens een middelhoge verwachting voor resten uit het laat- en finaal-paleolithicum, het mesolithicum en de midden-ijzertijd tot Romeinse tijd vanaf minimaal 5,2 m -mv.
