Laagland Archeologie heeft in juni-juli 2022 een Archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd aan de Schoolstraat 2 te Gendt. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de sloop van de bestaande bebouwing en herinrichting van het terrein door middel van nieuwbouw. Het onderzoek is uitgevoerd conform het protocol SIKB KNA 4002. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd. Op basis van het bureauonderzoek bestaat de bodemopbouw binnen het plangebied gelegen in de overstromingsvlakte waarschijnlijk uit oeverafzettingen op komafzettingen. Verder is het plangebied gelegen in de nabij de Waal (upstream from Tiel) stroomgordel). De intacte oeverafzettingen zijn vermoedelijk afkomstig van de Waal (upstream from Tiel) stroomgordel. In de perioden voor het ontstaan van de Waal (upstream from Tiel) stroomgordel, vanaf circa 50 voor Chr. (Late IJzertijd), had het plangebied een landschappelijke ligging in een rivierkomvlakte. Pas vanaf het moment dat de Waal stroomgordel actief werd in de IJzertijd, werden er in het plangebied oeverafzettingen gesedimenteerd. Mede om die reden geldt er een hoge archeologische verwachting vanaf de IJzertijd tot Late Middeleeuwen. Op ongeveer 30 m ten oosten van het plangebied zijn mogelijk resten van het kasteel van Gendt aangetroffen. Mogelijk ligt ook het plangebied op het burchtterrein. In ieder geval was er rond 1620 sprake van een stadsgracht, die nogal was overgedimensioneerd voor het toenmalige Gendt. Mogelijk is de voormalige Hanzestad Gendt net daarvoor in verval geraakt. Op basis van het Verder zijn dergelijke vroegere archeologische resten op een zodanige diepte te verwachten dat de archeologische verwachting minder relevant is. Omdat er op basis van historisch kaartmateriaal het plangebied pas na de Tweede Wereldoorlog bebouwd was, is de archeologische verwachting middelhoog in de Nieuwe tijd. Mogelijk kan er wat verstoring onder de huidige bebouwing verwacht worden door een strokenfundering die tot 100 cm -mv of een vaste grondslag is aangelegd. Tegelijkertijd is er waarschijnlijk een subrecent opgebracht humeus zandpakket tot 70 à 100 cm -mv, die mogelijk bescherming. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems). Normaal gesproken zou men bij de huidige stand van kennis een verkennend booronderzoek aanbevelen. Omdat de locatie momenteel vrijwel geheel bebouwd is, kan mogelijk beter een sloopbegeleiding en/of een archeologische begeleiding conform protocol proefsleuven bij de aanleg van de bouwput worden uitgevoerd. Mocht er op basis van de resultaten van dit onderzoek vervolgonderzoek noodzakelijk zijn, dan kan direct worden opgeschaald naar een archeologische begeleiding onder protocol opgraven. De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Lingewaard, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, de heer J. Habraken.