Tijdens het onderzoek zijn uitgravingen die ten behoeve van de opsporing van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog archeologisch begeleid. Omdat het onderzoeksgebied na een eerder uitgevoerd archeologisch vooronderzoek reeds vrijgegeven was van verder archeologisch onderzoek, is het explosievenonderzoek in eerste instantie zonder archeologische begeleiding uitgevoerd. Echter, toen een tweetal crematiegraven uit de Romeinse tijd werd aangetroffen, is door het opsporingsbedrijf Bodac een melding gemaakt aan de regioarcheoloog van de omgevingsdienst Rivierenland. Hierop is vervolgens BAAC bv ingeschakeld om een Programma van Eisen (PvE) op te stellen voor het archeologisch begeleiden van de overige werkzaamheden en om deze werkzaamheden ook daadwerkelijk uit te voeren.2 Hierbij is een totale oppervlakte van circa 325 m² onderzocht