Amersfoort A28 sectie 12 Opgraving

In het kader van de verbreding van de A28, ten oosten van Amersfoort, is in het voorjaar en de zomer van 2012 op drie locaties (secties 12, 14 en 15) een archeologisch onderzoek in de vorm van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd. De vondst van vijf vuurstenen artefacten in proefsleuf 2 (sectie 12) vormde aanleiding om op deze locatie in juli 2012 een doorstart te maken naar een archeologische opgraving in de vorm van een zeefonderzoek. Daarbij wordt de grond uitgegraven in eenheden van 50 x 50 x 5 cm om vervolgens nat te worden gezeefd. Voorts zijn monsters genomen voor onderzoek naar de landschaps- en vegetatieontwikkeling. Het onderzoek wees uit dat de vindplaats als gevolg van de aanleg en de verbreding van de A28 in ernstige mate is verstoord. Van de oorspronkelijke vondstlaag is hoogstwaarschijnlijk enkele tientallen centimeters verdwenen, nadat eerder natuurlijke processen al een verstorende invloed hebben gehad op de fysieke kwaliteit van het bodemarchief ter plaatse. Ondanks deze verstoringen van de vindplaats heeft het onderzoek in meerdere opzichten belangrijke informatie opgeleverd. De locatie van de vindplaats, op de overgang van een dekzandrug naar een beekdal, versterkt het beeld dat het archeologisch onderzoek heeft opgeleverd, namelijk dat beekdalen en met name de randzones daarvan, grote aantrekkingskracht hebben uitgeoefend op jagers-vissers-voedselverzamelaars. De vindplaats is gelegen op de zuidelijke oever van een beekdal. Waarschijnlijk betreft het een voorloper of een zijtak van de Modderbeek of van de Barneveldse beek. De 40 cm omvattende beekvulling beslaat een periode van ca. 1500 jaar (tussen ca. 10.000 en 8500 v. Chr) wat overeenkomt met de periode van Laat-Paleolithicum tot Vroeg-Mesolithicum. Aan de hand van de drie pollenanalyses kan de regionale en lokale vegetatie rondom de mesolitische vindplaats (en deels in de periode daarvoor) nauwkeurig gereconstrueerd worden. In de periode van de Jonge Dryas (ca. 11.000 - 9700 v. Chr.) tot en met het Boreaal (ca. 8700-7250 v. Chr.) raakte het gebied steeds dichter bebost. Dit geldt zowel voor de droge als voor de vochtige en natte gronden. Het landschap was in de Jonge Dryas vrij open. Door het koudere klimaat stierven veel dennen en berken af. Op de drogere zandige gronden, zoals de dekzandruggen en rivierduinen, bestond de vegetatie waarschijnlijk uit open vegetatie, graslanden en restanten van een zeer open dennenbos. Op de vochtige tot natte gronden waren, gedurende de Jonge Dryas, open berkenbossen, wilgenstruwelen en rietlanden aanwezig. Gedurende het Preboreaal (ca. 9600- 8700 v. Chr.) was er op de hogere, drogere gronden als de dekzandruggen een dennenbos aanwezig dat in eerste instantie zeer open was, waardoor kraaiheide in de ondergroei kon voorkomen. Gedurende het Preboreaal werden de rietlanden veelal vervangen door berkenbroekbos met wilg en populier. Later in het Boreaal, werden de dennenbossen te dicht voor ondergroei. Uiteindelijk werden loofbossen met eik, iep en linde dominant op de hogere delen van het landschap. De vochtige tot natte gronden waren geschikte locaties voor els, waardoor elzenbroekbossen konden ontwikkelden. Dit ging ten koste van het berkenbroek. De beek zelf is gedurende de onderzochte periode bijna volledig verland. In de Jonge Dryas was er nog open water aanwezig, wat voedselrijk was en wellicht nog licht stroomde. Langs de geul was een rietland aanwezig met riet, lisdodde, egelskop, zegge en wilg. Gedurende het Laat-Preboreaal heeft een berkenbroek met populier, wilg en soorten als bitterzoet en moerasspirea het rietmoeras vervangen. De beek is deels verland en plaatselijk komt ondiep, voedselrijk water voor. Later, gedurende het Midden-Boreaal, is de beek bijna volledig verland en gaat zich steeds meer een elzenbroekbos ontwikkelen wat het berkenbroek langzaam vervangt. Hierin kwamen varens, zeggen en een enkele wilg voor en vond veenvorming plaats. De vuurstenen artefacten van de site A28 kunnen overeenkomstig de algemene verklaring voor vergelijkbare vondstcomplexen in Nederland worden opgevat als nederzettingsresten van jagervisser- voedselverzamelaars. Ter plaatse moet vuursteen bewerkt zijn, getuige de vondsten van splinters, afslagen, klingen en een pre-core. De aanwezigheid van verscheidene kernpreparatieklingen en een mogelijke kernvernieuwingsafslag zijn verdere aanwijzingen voor bewerking. De twee pseudoburijnen zijn onmiskenbare aanwijzingen voor het vervaardigen van spitsen. Vermoedelijk is dit gedaan om gebroken spitsen ter plaatse te vervangen. Eén van de twee gevonden spitsen is immers gebroken. Opmerkelijk is wel dat de pseudoburijnen en de spitsen relatief ver uit elkaar liggen. Het is daarom de vraag of de vier artefacten deel uitmaken van dezelfde actie van retooling. Schrabbers zijn blijkens gebruikssporenonderzoek vooral voor huidbewerking gebruikt. Met de nodige voorzichtigheid mag daarom worden aangenomen dat dat hier ook het geval zal zijn geweest. Het onderzoek heeft een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan de kennisontwikkeling over de Vroege Prehistorie van de regio. Niet alleen toont het de relevantie van beekdalonderzoek aan, de resultaten laten ook zien dat mesolithische vindplaatsen ook in deze regio voorkomen in landschappelijke gradiëntzones. Daarnaast wordt door middel van dit onderzoek nogmaals duidelijk dat beekdalen een schat aan paleo-ecologische informatie kunnen bevatten. Dit gegeven zal een belangrijke rol spelen in het opstellen van verwachtingen voor toekomstig onderzoek in landschappelijk vergelijkbare plangebieden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x52-9m7r
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-km5f-c4
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-z8f-byvv
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:55762
Provenance
Creator Ridder, J.A.A. de; Prangsma, N.M.; Müller, A.
Publisher ADC ArcheoProjecten
Contributor Bos, J.A.A.; Brijker, J.; Drenth, E.; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2015
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; image/jpeg; application/msword; image/tiff; text/plain; access / mdb; mapinfo / tab; excel / xlsx
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.415 LON, 52.150 LAT); A28: sectie 12, 14 en 15; Amersfoort; Gemeente Amersfoort; Utrecht