Gouda Bolwerk Opgraving en Begeleiding

In opdracht van Bontenbal Vastgoed B.V. heeft ADC ArcheoProjecten in het voorjaar van 2008 een Archeologische Begeleiding en een Opgraving uitgevoerd in het plangebied Bolwerk te Gouda. De aanleiding voor het onderzoek vormden de plannen voor de realisatie van woningen, een hotel en een parkeerkelder met verschillende niveaus. Ondanks de bodemverstoringen veroorzaakt door de bouw van een gasfabriek in de 19e eeuw, bleken vele resten uit het verleden bewaard te zijn gebleven. Door middel van archeologisch onderzoek in combinatie met de beschikbare historische gegevens kon de geschiedenis van dit gebied in Gouda en haar bewoners worden gereconstrueerd.

Het onderzoeksgebied is in de eerste helft van de 14e eeuw in gebruik genomen door bewoners van huizen die waren gelegen aan de Gouwe. Op het onderzochte terrein bevonden zich dus de achtererven. Tijdens de eerste bewoningsfase zijn zes percelen aanwezig, die van elkaar werden gescheiden door middel van greppels. In de volgende fase zijn enkele erven iets ten opzichte van elkaar verschoven en is er een perceel bij gekomen. In hoofdlijnen blijven de erfgrenzen eeuwenlang gehandhaafd, ook wanneer de eerste stenen bebouwing verschijnt. Het in de kuilen gevonden afval wijst erop dat in het gebied ambachtslieden gevestigd zijn. Er zijn zoal aanwijzingen voor de aanwezigheid van een leerlooierij, een touwslagerij, een ververij van stoffen en een pottenbakkerij in de omgeving.

Vanaf ca. 1375 maken de percelen verschillende ontwikkelingen door. Het noordwestelijk deel van het onderzoeksgebied blijft tot in de eerste helft van de 15e eeuw in gebruik als achtererf, terwijl een groot deel van het overige onderzochte terrein wordt bebouwd. In historische bronnen is te lezen dat in de tweede helft van de 14e eeuw, in ieder geval tot 1408, op het terrein een Leprooshuis aanwezig is.

Vanaf 1408 wordt het grootste deel van het terrein ingenomen door het nonnenklooster Sinte-Marie. Oorspronkelijk zullen in (een deel van) de gebouwen leprozen hebben gewoond, maar na 1408 namen de nonnen de panden in bezit en vindt er tevens nieuwbouw plaats. Op het terrein zijn enkele sporen van de historisch bekende stadsbrand uit 1438 teruggevonden. Het betreft delen van het klooster die door brand zijn verwoest. Daarna vindt in fasen grootschalige her- en nieuwbouw van het klooster plaats. Onder de vondsten die aan het klooster zijn te relateren, bevinden zich enkele fragmenten van pijpaarden sculpturen. Andere vondsten wijzen er op dat binnen het klooster wol werd gesponnen en geweven en dat waskaarsen zijn vervaardigd.

In 1572 kiest Gouda de zijde van de prins van Oranje en de stad legt omstreeks 1574 beslag op alle inkomsten en goederen van Goudse kloosters en kerken, waaronder ook het klooster van Sinte-Marie. De gebouwen worden deels verkocht aan particulieren en deels door de stad zelf benut. Uit de archeologische gegevens blijkt dat het klooster al in de loop van de 16e eeuw in verval raakt. Een klein deel van het terrein werd toen in gebruik genomen als begraafplaats. Vanaf het eind van de 17e eeuw vindt er op min of meer dezelfde locaties als die van de kloostergebouwen weer nieuwbouw plaats. Er wordt dan opnieuw een Leprooshuis gevestigd. Het Leprooshuis handhaafde zich tot ongeveer 1735. Vanaf dat moment wordt de inrichting in de boeken van de stad Gouda voor het eerst aangeduid als Proveniershuis. Dit Proveniershuis is in 1805 opgeheven.

Uit de periode dat leprozen en proveniers op het terrein woonden, dateren verschillende beerputten. De vondsten hieruit geven samen een beeld van een redelijk arme groep bewoners die zich in financieel opzicht weinig konden veroorloven. Voor een leprozen- of proveniershuis is dit beeld heel goed verklaarbaar. De bewoners van een dergelijke instelling waren immers vooral afhankelijk van anderen. Ze moesten het doen met wat de rest van de toenmalige stadsbevolking hen toebedeelde. Luxeproducten, zoals glas en importen, ontbreken vrijwel volledig. Vrijwel alle vondstcomplexen zijn te relateren aan de periode voor 1735 toen het Proveniershuis werd verbouwd. Hoewel uit historische bronnen blijkt dat men zich vanaf dat moment voor veel geld inkocht in het Proveniershuis, laat de archeologische informatie het hier afweten. Vondsten en sporen uit de periode tussen grofweg 1735 en 1853 zijn nauwelijks aanwezig. Met de bouw van de gasfabriek in 1853 zijn deze grotendeels verdwenen.

Hoewel er nauwelijks vondstgroepen zijn geborgen die bestaan uit ambachtelijk afval, levert al het B-keus aardewerk een belangrijke bijdrage aan ons beeld van Gouda als belangrijke productieplaats van kleipijpen en aardewerk. Voor de pijpen geven de vondsten van vooral het grove materiaal inzicht in een segment van de lokale productie waarvan men er tot op heden van uitging dat dit niet in Gouda werd gemaakt. Met een door de gildenregels ingegeven streven naar een product met een zo hoog mogelijke kwaliteit, zo was de gedachte, verdween de productie van het grove product uit Gouda en vond alleen nog plaats in secundaire productiecentra als Gorcum en Schoonhoven. De vondsten uit de Bolwerkopgraving bewijzen echter het tegendeel. Naast kleipijpen was Gouda vanaf omstreeks het midden van de 17e eeuw één van de belangrijkste leveranciers van rood- en witbakkend gebruiksaardewerk. Hoe dit dagelijks gebruiksgoed er heeft uitgezien was totnogtoe vrijwel onbekend. Hoewel echte misbaksels vrijwel ontbreken, bieden de vondsten van het Bolwerk ook nu een eerste aanzet tot het herkennen van specifiek Goudse producten.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xzm-x29h
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-xab-3aa
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:34403
Provenance
Creator ADC ArcheoProjecten; Dijkstra, J.; Houkes, M.C.; Ostkamp, S.
Publisher ADC ArcheoProjecten
Contributor Beerenhout, B.; Bos, J.A.A.; Bouman, M.T.I.J.; Comis, S.Y.; Dijkstra, J.; Duco, D.H.; Esser, E.; Exaltus, R.; Haaring, L.; Haaster, H. van; Hakbijl, T.; Hänninen, K.; Houkes, M.C.; Kottman, J.F.P.; Maesen, K.; Melkert, M.J.A.; Meulen, A. van der; Moolhuizen, C.; Nooijen, C.; Ostkamp, S.; Rijkelijkhuizen, M.; Smeele, P.; Verspay-Frank, L.; Zuidhoff, F.S.; Veer, R.H. van 't; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2010
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format video / avi; mapinfo / tab; excel / xls; access / mdb; application/pdf; application/msword; image/jpeg; image/tiff
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.704 LON, 52.011 LAT); 38A; Bolwerk; Gouda; Zuid-Holland; percelen 3436, 3437, 3438, 3439, 3941