Bureauonderzoek Voor het plangebied geldt een brede archeologische verwachting. Er kunnen in principe archeologische resten worden aangetroffen uit de steentijd tot en met de middeleeuwen/nieuwe tijd, afhankelijk van de bodemopbouw in het plangebied. Eventuele archeologische resten uit de prehistorie tot en met vroege middeleeuwen kunnen verwacht worden op of in de top van het dekzand; resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd vanaf het maaiveld.

Resultaten booronderzoek Het uitgevoerde verkennende booronderzoek toont aan dat in een groot deel van het plangebied de bodem in hoge mate is verstoord. Dit geldt voor de gehele deel van de aanleg in de bebouwde kom (boringen 01-25) en voor de gehele aanleg in de berm van wegen (boringen 27-54). In boringen 42A tot en met 54 werd plaatselijk onder een verstoorde bovenlaag of een dun dekzanddek een begraven bodem uit het Laat-Glaciaal of ouder aangetroffen. De kans dat deze echter in de tegenoverliggende berm intact aanwezig is, is klein. De berm was er te druk bezet om de boringen nog veilig uit te voeren.

Boringen 55 tot en met 70 vertonen een landschappelijke dwarsdoorsnede met aan de oostkant hiervan de top van een terrasafzettingen (boringen 55, 56 en 57), waar een relatief dikke laag dekzand is opgewaaid. Aan de bovenkant van dit pakket op circa 8,5 m +NAP bevindt zich een niet-zichtbaar gelaagd, maar wel gebioturbeerd humeus pakket met een dikte van circa 0,7 m dat is geïnterpreteerd als akkerlaag (oud-landbouwdek). De akkerlaag is ontstaan door plaggenophoging en dit gebruik zal teruggaan tot de nieuwe tijd of de late middeleeuwen. De aanwezigheid van het plaggendek toont ten eerste aan dat dit een bewoonbare plaats was in de middeleeuwen en nieuwe tijd.

Vanaf de top van de heuvel richting het westen ligt een afbraakwand die doorloopt tot boring 65 waar hoofdzakelijk sprake is van een modern landbouwdek direct gelegen op afzettingen van de Formatie van Waalre (afwisseling van kleiige of siltige zandlagen met kalkloze kleilagen). Het vermoedelijk oorspronkelijke aanwezige dekzand is vermengd geraakt met het omgewerkte pakket.

Aan de voet van de heuvel ligt een beekdal, met in de beekdalzone veenvorming (boring 68), een mogelijke demping (boring 66) en een natte beekdalzone (eerdlaag gevormd in klei in boring 65).

Selectieadvies Wij adviseren om, indien planaanpassing ter bescherming niet mogelijk is, de werkzaamheden ter plaatse van boringen 55-56-57 onder protocol opgraven archeologisch te laten begeleiden. Hierbij worden de civieltechnische aanlegwerkzaamheden onder aansturing van een archeoloog uitgevoerd en worden eventuele archeologische grondsporen in de C-horizont gedocumenteerd.