15094124 LEI.SRO.ARC Eindrapportage archeologisch onderzoek Hoofdstraat (ong.) te Leiderdorp

Gespecificeerde archeologische verwachting: het plangebied heeft een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit de perioden vanaf de Late-IJzertijd. Het plangebied ligt namelijk binnen het deel van de meandergordel/stroomgordel van de Oude Rijn die actief was vanaf circa 300 voor Chr., toen de hoofdgeul van de Oude Rijn op ongeveer de plaats van de huidige geul kwam te liggen. Actieve sedimentatie heeft kunnen plaatsvinden tot het jaar 1122 na Chr., toen de Rijn werd afgedamd bij Wijk bij Duurstede. Eventueel aanwezige archeologische resten uit de perioden vóór de Late-IJzertijd zullen zijn geërodeerd (geen ligging meer in hun oorspronkelijke context). Daarom geldt er geen archeologische verwachting meer voor resten uit de perioden (Laat-) Paleolithicum t/m Midden-IJzertijd.

Een prospectief onderzoek direct aangrenzend ten zuidoosten van het plangebied heeft geleid tot vrijgave van het terrein, omdat het geen aanwijzingen heeft opgeleverd duidend op een intacte archeologische (vondstrijke) laag. Een prospectief onderzoek direct aangrenzend ten noordoosten van het plangebied heeft wel resten gedraaid aardewerk uit de periode IJzertijd of Romeinse tijd opgeleverd. Het plangebied ligt verder binnen het oude bebouwingslint van Leiderdorp. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal geeft echter geen aanleiding om restanten van historische lintbebouwing (restanten van ondergrondse funderingen/muurwerk) binnen het plangebied te verwachten. Het plangebied is vanaf in ieder geval de tweede helft van de 17e eeuw tot op heden onbebouwd gebleven.

Archeologische resten worden verwacht in de oeverwal-/stroomgordelafzettingen gesedimenteerd tijdens de latere fase van de meandergordel/stroomgordel van de Oude Rijn. Archeologische resten uit de perioden Middeleeuwen en Nieuwe tijd worden, indien aanwezig, vooral verwacht in de top van het bovenste pakket oeverwal-/stroomgordelafzettingen, in en direct onder de bouwvoor. Vanwege het gebruik van het plangebied dient er wel rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van ophogingslagen, met eventueel hierin aanwezige archeologische resten uit de perioden Middeleeuwen en Nieuwe tijd.

Resultaten inventariserend veldonderzoek: uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase direct gecombineerd met de karterende fase) blijkt dat de bodemopbouw binnen het plangebied bestaat uit oeverwal- op kronkelwaard-/beddingafzettingen. Het natuurlijke bodemprofiel is wel sterk verstoord/intensief bewerkt. De verstoringen reiken tot een diepte van minimaal 60 en maximaal 130 cm -mv, gemiddeld tot 80 cm -mv. De bovenste 40 cm betreft een intensief bewerkte minerale bovengrond en bestaat waarschijnlijk ook deels opgebrachte (humeuze) grond, ter verbetering van het agrarisch gebruik van het plangebied (groenteteelt).

In het geroerde/verstoorde en deels opgebrachte deel van de bodemopbouw waren tijdens de uitvoering van het booronderzoek (soms veel) resten recent bouwpuin zichtbaar. Andere aangetroffen (sub)recent daterende resten betreffen brokken van klinkers, industrieel wit aardewerk, roodbakkend geglazuurd aardewerk, pijpensteeltjes en tegelfragmenten. Omdat er uit deze perioden vanuit het geraadpleegd historisch kaartmateriaal geen aanwijzingen zijn dat in het plangebied bewoning heeft plaatsgevonden/bebouwing heeft gestaan, betreffen het allen zeer waarschijnlijk afvalresten die binnen het plangebied zijn gedumpt. Er zijn geen oudere resten aangetroffen in zowel het geroerde als het onderliggende onverstoorde deel van de bodemopbouw. Ook concentraties van houtskool of fosfaatvlekken, welke een aanwijzing kunnen zijn voor de aanwezigheid van een door de mens gevormde cultuurlaag, of indicatoren die kunnen wijzen op een oudere woongrond, zijn niet waargenomen. Er zijn geen daardoor aanwijzingen dat er binnen het plangebied sprake is van een locatie waar historische (Middeleeuwen) dan wel laat-prehistorische (Late-IJzertijd en Romeinse tijd) bewoningsactiviteiten dan wel andere menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden.

Conclusie: op basis van de geroerde/verstoorde dan wel intensief bewerkte bodemopbouw en het verder ontbreken van archeologisch indicatoren ouder dan (sub)recent, wordt geconcludeerd dat archeologische waarden niet aanwezig zijn binnen het plangebied. Er zijn dus geen gevolgen voor de voorgenomen bodemingrepen.

De gespecificeerde archeologische verwachting, zoals die is weergegeven tijdens het bureauonderzoek, wordt door het booronderzoek bevestigd voor wat betreft de landschappelijke ligging/paleogeografische ontwikkeling van het plangebied, echter niet voor wat betreft de hoge verwachting op het aantreffen van archeologische indicatoren die erop duiden dat er binnen het plangebied sprake is van een locatie waar historische (Middeleeuwen) dan wel laat-prehistorische (Late-IJzertijd en Romeinse tijd) bewoningsactiviteiten dan wel andere menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden. De hoge archeologische verwachting voor de aanwezigheid van archeologische indicatoren daterend vanaf de Late-IJzertijd kan dan ook worden bijgesteld naar geen verwachting.

Selectieadvies: op grond van de geroerde/verstoorde dan wel intensief bewerkte bodemopbouw en het verder ontbreken van archeologisch relevante indicatoren, adviseert Econsultancy om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden.

Wel dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Leiderdorp hiervan per direct in kennis te stellen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xmd-5jgp
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-pc-yywo
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:77287
Provenance
Creator Broeke, E.M. ten
Publisher Econsultancy
Contributor Econsultancy
Publication Year 2018
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.532 LON, 52.142 LAT); Hoofdstraat (ong.); Leiderdorp; Zuid-Holland