In juli/augustus van 2010 is in opdracht van Dienst Landelijk Gebied door Ingenieursbureau Oranjewoud BV een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. De aanleiding voor het onderzoek is de geplande herinrichting van het gebied. In het plangebied zal bos worden aangelegd. Bij de graafwerkzaamheden ten behoeve van deze herinrichting, en de te verwachten toekomstige verstoring als gevolg van boomwortels worden eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd. Op basis van het bureauonderzoek worden resten uit de periode Paleolithicum - Nieuwe tijd in het plangebied verwacht: resten van kampjes uit het Paleolithicum - Neolithicum, vondstcomplexen geassocieerd met 'landschap-buiten-de-nederzetting uit het Neolithicum - Romeinse tijd en uit de periode Vroege Middeleeuwen - Nieuwe tijd resten van agrarische activiteiten. Geadviseerd wordt de verwachtingen uit het bureauonderzoek te toetsen door middel van een inventariserend veldonderzoek -karterende fase.

Veldonderzoek Tijdens het veldwerk zijn 55 boringen gezet met een 10 cm Edelmanboor in een 30 bij 35 m grid (10 boringen per ha). Relevante lagen zijn gezeefd over een 4mm zeef. Hieronder volgt de beantwoording van de in paragraaf 3.1 gestelde onderzoeksvragen:

1 Wat is de bodemopbouw van het plangebied? De bodemopbouw in het plangebied bestaat van naar beneden uit een bouwvoor van dekzand op een verstoorde dekzandlaag op intact dekzand.

2 Is binnen het plangebied een (deels) intacte podzolbodem aanwezig? Wat is hiervan de intactheid (gaafheid). In de top van het dekzand op 0,2 tot 0,6 m -mv. is in de boringen 14, 22, 33, 34, 40 en 41 een nog deels intacte podzolbodem (restant B-, B/C-, C-horizont) aangetroffen. De E-horizont is niet meer herkend en waarschijnlijk is ook de B-horizont niet meer helemaal intact. Deze ligt direct onder de bouwvoor of verstoorde laag en zal deels zijn opgenomen in de bouwvoor.

3 Zijn er binnen het plangebied archeologische waarden aangetroffen? In het plangebied zijn geen archeologische waarden aangetroffen. De boringen met een restant podzol zijn gezeefd over een 4 mm zeef en hebben geen aanwijzingen voor resten van een jachtkampje (houtskool, vuursteenafslagen) opgeleverd. Rituele deposities, afvaldumps en losse vondsten worden eveneens niet meer in het plangebied verwacht omdat de afdekkende veenlaag waarin deze vondsten kunnen worden aangetroffen niet meer aanwezig is. Een eventuele voorde of archeologische resten in het oude stroompje Hoogengraven liggen buiten het plangebied en worden dan ook niet verstoord.

Het selectieadvies luidt dat een vervolgonderzoek niet noodzakelijk is. Dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid in het selectiebesluit.