De aanleiding tot het onderzoek was de aanleg van de fase 3 van de recreatieverdeelweg tussen Burgh-Haamstede en Scharendijke in het kader van de uitwerking van het streekplan Schouwen-West, vastgesteld door de Gedeputeerde Staten van Zeeland op 3 december 1996. Fase 3 omvatte de aanleg van de weg tussen de N57 en Scharendijke. Met de aanleg van de recreatieverdeelweg wordt beoogd het (recreatie)verkeer uit de woonkernen in Schouwen-West te halen en daarmee de leefbaarheid in deze kernen te verbeteren. Om de aanleg van de weg mogelijk te maken is een bestemmingsplan opgesteld.
In het kader van het bestemmingsplan werd eerder een Archeologisch Booronderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen uitgevoerd. Op basis van de resultaten van dit onderzoek heeft de bevoegde overheid besloten dat binnen bepaalde delen van het plangebied archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is. In 2017 is binnen zone 3 het Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven uitgevoerd. Tijdens het huidige onderzoek is de archeologische begeleiding binnen zones 1 en 2 uitgevoerd (Figuur 2).
Voor het onderzoek gold een verwachting op het aantreffen van archeologische waarden vanaf het Laat-Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd.
Deze verwachting kon slechts deels worden bevestigd. In beide onderzoekszones zijn resten van perceelsgreppels uit de Nieuwe tijd aangetroffen. Daarnaast zijn ook moerneringskuilen uit de late middeleeuwen – Nieuwe tijd vastgesteld. Deze sporen zijn aangetroffen onder de bouwvoor tussen 0,36 en 0,54 m -mv (1,53 en 1,71 m -NAP). De verwachtte resten van nederzettingsterreinen, grafvelden, oudere fasen van de Weelweg, sporen van de voormalige trambaan en oudere fasen van de toerit naar hoeve Boterhoek zijn niet aangetroffen.
De sporen die zich in de nieuwe bermsloten bevinden zijn volledig afgewerkt. Onder het wegcunet zijn de moerneringskuilen in situ bewaard vanaf gemiddeld 0,35 m -mv (1,70 m -NAP).