Archeologisch vooronderzoek in het kader van de herontwikkeling van het plangebied Woensbergweg te Blaricum, gemeente Blaricum

Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie heeft een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase) uitgevoerd voor een plangebied aan de Woensbergweg te Blaricum, gemeente Blaricum (kaart 1; afbeelding 1). I&S Vastgoed is betrokken bij de herinrichting van het plangebied, dat een oppervlakte heeft van ca. 3,2 ha. Binnen het plangebied vinden ingrepen plaats ten behoeve van de infrastructuur, in de vorm van de aanleg van K&L (afbeelding 2). Voor het subnet Gas/water/elektra en riool worden sleuven gegraven van max. 40 cm breed en max. 60 cm diep; voor het hoofdnet iets dieper, tot max. 65 cm -mv. Voor de aanleg van een schakelkast zal niet worden gegraven. Verder is er naar verwachting nog een rioolput nodig op een nader te bepalen punt, maar dit betreft slechts een kleine ingreep van max. 2 x 1,5 m en 1,5 m diep. Mogelijk wordt er nog een wegcunet aangelegd, maar dat is nog onzeker.

Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het plangebied behoudenswaardige archeologische waarden (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de bodemingrepen gevaar lopen. Gezien de aard en voorgenomen diepte van de ingrepen (aanleg infra) kunnen deze naar verwachting tot in het relevante archeologisch niveau reiken.

Op basis van het uitgevoerde bureauonderzoek had het plangebied een hoge archeologische verwachting voor resten vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd. Volgens de bodemkaart is er binnen het plangebied mogelijk sprake van een esdek; eventuele archeologische resten zullen hieronder goed zijn geconserveerd. Op basis van het beschikbare historisch kaartmateriaal zijn er geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van historische bebouwing binnen het plangebied, met uitzondering van een drietal gebouwen die in de jaren 90 van de vorige eeuw zijn gebouwd, en waarvan er twee reeds zijn gesloopt.

On het archeologisch verwachtingsmodel te toetsen en de mate van verstoring en de dikte van een eventueel esdek in kaart te brengen, is op 20 april 2022 een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd (verkennende fase).

Tijdens het booronderzoek is vastgesteld dat de bodem in de meeste gevallen te kwalificeren valt als een esdek, met een natuurlijke ondergrond bestaande uit keizand. In de top van het keizand zijn in 15 van de 27 boringen kenmerken van bodemvorming aangetroffen in de vorm van inspoelings-/B-horizonten, met in 2 boringen nog een oude ploeglaag onder het dek. Op basis van de aangetroffen bodemopbouw kan dus worden geconcludeerd dat de bodem binnen het plangebied nog behoorlijk intact is. Binnen het plangebied hebben blijkbaar geen grote verstorende activiteiten plaatsgevonden, zoals grootschalige bouwactiviteiten of modern agrarisch gebruik met diep-ploegen. De werkzaamheden die in de loop van de 20e / 21e eeuw hebben plaatsgevonden op het kampeerterrein zijn dus grotendeels oppervlakkig geweest, of hebben niet dieper gereikt dan de dikte van het esdek.

Door de afdekkende laag kunnen eventuele archeologische resten vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de vorming van het esdek in de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd goed zijn geconserveerd. De hoge archeologische verwachting op basis van het bureauonderzoek blijft daarom in stand.

Advies De geplande ingrepen bestaan uit de aanleg van leidingsleuven, met een geplande diepte van 60-65 cm beneden maaiveld (op een enkele locatie slechts 40 cm -mv). Het esdek heeft een gemiddelde dikte van ca. 85 cm. Hieronder kunnen mogelijke archeologische resten goed zijn geconserveerd. Het esdek zelf vertegenwoordigt geen archeologische waarde. Op plaatsen waar het esdek het dikst is, conserveert deze de archeologische resten nog steeds, voor zover de geplande ingrepen binnen het esdek plaatsvinden. Wel dient te worden uitgegaan van een beschermende buffer tussen de onderkant van de geplande sleuven, en het potentieel archeologisch niveau. Hiervoor wordt in de archeologie doorgaans een buffer van 25-30 cm gehanteerd. Op Kaart 5 Advieskaart is aangegeven in welke zones de ingrepen al dan niet boven de buffer van 25-30 cm blijven. Op locaties waar de ingrepen boven de buffer blijven, wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd. Op locaties waar de ingrepen wel dieper reiken, dient vervolgonderzoek te worden uitgevoerd. Binnen deze zones adviseert Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie om de graafwerkzaamheden uit te voeren onder archeologische begeleiding.

Voorafgaand aan de uitvoering van een dergelijk onderzoek dient altijd eerst (verplicht) een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld, dat de goedkeuring behoeft van de gemeente Blaricum als bevoegd gezag.

In geval er nog andere ingrepen plaatsvinden binnen het plangebied, zoals de aanleg van een weg(cunet) en/of de nieuwbouw van gebouwen/opstallen, dan dienen deze opnieuw door het bevoegd gezag getoetst te worden. Ingrepen dieper dan de in het onderhavige onderzoek aangegeven buffer kunnen daarbij eveneens aanleiding geven tot vervolgonderzoek.

Het is aan het bevoegd gezag, de gemeente Blaricum, om op basis van dit rapport en het daarin geformuleerde advies een besluit te nemen ten aanzien van het voortzetten of beëindigen van het onderzoeksproces.

Ook nadat het archeologisch onderzoek is afgerond, blijft de meldingsplicht archeologische toevalsvondst of waarneming van kracht (Erfgoedwet, artikel 5.10 Archeologische toevalsvondst). Aangezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een archeologische toevalsvondst wordt gedaan, is het wenselijk om voorafgaande aan de werkzaamheden een werkprotocol toevalsvondsten op te stellen. De uitvoerder van het grondwerk wordt daarmee geïnstrueerd wat te doen bij een dergelijke vondst. Het is het wenselijk de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij het bevoegd gezag, de gemeente Blaricum, en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/HC6BQH
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-1775ca2c-b514-4eb8-926c-fbeb2ecf54fd
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:271510
Provenance
Creator Weerheijm, W.J.; Puijenbroek, van, FPJ
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Vestigia
Publication Year 2023
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Resource Type Dataset
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities