Een archeologisch proefsleuvenonderzoek naar de resten van Zutphens oudste synagoge. Het doel van de van de opgraving was om vast te stellen of er behoudenswaardige resten in de ondergrond aanwezig waren. Conform de verwachting bleken nog resten van de oudste synagoge aanwezig te zijn. Aangetroffen is de zuidwesthoek van een pand dat mogelijk in de 15e eeuw zal zijn gebouwd. Tijdens het onderzoek is materiaal gevonden uit de periode 13e tot 19e eeuw. Archeologische aanwijzingen voor gebruik van het pand als synagoge zijn niet aangetroffen.
Tegen de westelijke zijgevel van het opgegraven huis zijn de resten van een stoep en een afvoergoot uit de tweede helft van de 19e eeuw bewaard gebleven. Resten van de 19e-eeuwse bestrating zijn gezien in het noordprofiel van de westelijke helft van de sleuf. Er lijkt uitsluitend sprake te zijn van middeleeuwse ophogingspakketten met in de diepere ondergrond de resten van de in de 13e eeuw gedempte 12e eeuwse stadsgracht. De 12e-eeuwse gracht was dus aanmerkelijk breder dan de molenbeek/Berkel zoals we die nu kennen. De verklaring is dat men de gracht in de 13e eeuw versmalde om meer stuwing te krijgen voor de molens.