AnteaGroup 435713.
In de Herestraat in Groningen zijn gasleidingen vervangen. Vanwege de ligging binnen de monumentale binnenstad van Groningen met daaraan gekoppelde regelgeving in het bestemmingsplan zijn de bodemingrepen uitgevoerd onder archeologische begeleiding (protocol 4004) door Antea Group. Dit is gefaseerd uitgevoerd tussen 25 mei en 19 oktober 2020.
Het vervangen van de gasleiding gebeurde door middel van relinen. Daarom is niet met lange sleuven, maar met tamelijk veel kleine in- en uittredegaten gewerkt. De civieltechnische ontgravingen zijn administratief onderscheiden als 35 afzonderlijke werkputten. Na het verwijderen van de verharding is de grond verwijderd door middel van een grondzuigwagen. De grootte van de werkputten varieerde van 1,5 m2 tot 35 m2 . De ontgravingsdiepte lag over het algemeen rond 1,0 m onder maaiveld.
Vanwege de ligging binnen de stad Groningen en binnen de laatmiddeleeuwse stadskern was de vraagstelling daarop gericht. In de praktijk bleek dat de bodem in de meeste werkputten geheel of grotendeels verstoord was. Desondanks heeft de begeleiding archeologische informatie opgeleverd in de vorm van muren, structuren, straatniveau’s en diverse oude bodemlagen. De stadslagen en straatniveau’s dateren op een enkele uitzondering na uit de late middeleeuwen en het muurwerk hoofdzakelijk uit de nieuwe tijd.
Het vondstmateriaal bestaat uit keramiek, keramisch bouwmateriaal, dierlijk botmateriaal, leer, metaal, natuursteen, glas, hout en monsters. De toestand van het materiaal is over het algemeen redelijk tot goed te noemen. De vondsten bestaan onder andere uit kogelpotaardewerk, steengoed, roodbakkend aardewerk, waaronder ook hoogversierd aardewerk, bouwmateriaal, vernsterglas, glazen vaatwerk, leersnippers, dierlijk bot, voornamelijk slachtafval maar ook bewerkt bot. De botanische resten vertegenwoordigen akkergewas en -onkruid en in verhouding vrij veel planten van natte, waaronder ook zilte, standplaatsen.
De archeologische begeleiding diende om archeologische resten te documenteren die anders door de civieltechnische werkzaamheden zouden worden verstoord. Het uitgevoerde onderzoek is uitgevoerd als opgraving (variant archeologische begeleiding), wat betekent dat dit de laatste stap is in de AMZ-cyclus. Derhalve zijn geen nadere adviezen of waarderingen gegeven. Ook zijn geen nieuwe of andersoortige archeologische vindplaatsen aangetroffen – dan de bekende vindplaats stadskern Groningen – waar in toekomstig onderzoek rekening mee dient te worden gehouden in deze omgeving.
