Aanleiding voor het onderzoek naar het veengat in het uitbreidingsplan ‘Delftlanden’ in de gemeente Emmen zijn de resultaten van het vooronderzoek dat in de herfst van 2002 is uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv). Bij dit vooronderzoek is een veengat aan het licht gekomen dat mogelijk een pingoruïne is (De Wit 2003, pp. 28–31). Om vast te stellen of dit zo is en om de kwaliteit van de vulling van het veengat te bepalen, was een nader booronderzoek gewenst. Daarom heeft de gemeente Emmen ARC bv opdracht gegeven om dit aanvullende booronderzoek uit te voeren. De uitvoering vond plaats op 1 augustus 2003 door drs. J.Y. Huis in ’t Veld en drs. ing. G.J. de Roller.

Samenvattend kunnen we concluderen dat we hier te maken hebben met een pingoruïne waarvan de veeninhoud van slechte kwaliteit is. Uit archeologisch oogpunt hoeft de pingoru¨ıne niet behouden te worden. Omdat er in veengaten en pingo’s archeologisch materiaal aangetroffen kan worden – vaak betreft het offervondsten – adviseren we om vroegtijdig voor het eventuele uitgraven van de pingoruïne contact op te nemen met de Provinciaal Archeoloog, zodat deze kan zorgen voor een archeologische begeleiding van het werk. Uit educatief/landschappelijk oogpunt zou de pingoruïne goed in het uitbreidingsplan ingepast kunnen worden.