Laagland Archeologie heeft in Juli 2022 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan De Veenkampen - Veenkampenweg te Emmen. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de bouw van nieuwe woningen. Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd. Op de geomorfologische kaart ligt het plangebied in een vlakte van smeltwaterafzettingen. Ongeveer 70 m ten noordoosten van het plangebied ligt een zone met landduinen met bijbehorende vlakten en laagten. Op het AHN is te zien dat het plangebied in een lager gelegen gebied ligt. Ten oosten van het plangebied liggen verhogingen in het landschap die overeenkomen met het landduingebied. Bodemkundig ligt het gebied in de bebouwde zone (niet-gekarteerd). Op ongeveer 60 m ten noordoosten van het plangebied ligt een zone met stuifzandgronden. Ongeveer op 750 m ten oosten van het plangebied is een zone met haarpodzolgronden weergegeven. Tijdens eerder uitgevoerde archeologisch onderzoek rondom het plangebied is gebleken dat bij veel gebieden in het bebouwde gebied een podzolbodem is aangetroffen. Het plangebied zal daarom waarschijnlijk ook een podzolbodem bevatten. In de omgeving van het plangebied zijn archeologische resten uit de Bronstijd (grafveld) bekend. Verder ligt op enige afstand de oude kern van Emmen. Daar kunnen restten uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd verwacht worden. In historische tijden (vanaf circa 1832) was het plangebied nog onderdeel van een uitgestrekt heidegebied, dat echter al in ontginning was genomen. In 1902 is het plangebied nog steeds onbebouwd en in gebruik als weiland. Rond 1975 verschijnt bebouwing in het plangebied. Rond 2014 is alle bebouwing die in het plangebied aanwezig was gesloopt. Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zo nodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen. Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat Dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Emmen. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, de heer O. Satijn. Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).