RijnlandRoute, Knooppunt Ommedijk Eindrapport

Van 30 januari tot en met 4 juli 2017 heeft IDDS Archeologie een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven met een doorstart naar een archeologische opgraving uitgevoerd voor het Knooppunt Ommedijk in de gemeentes Leiden en Wassenaar. Het Knooppunt Ommedijk maakt onderdeel uit van de RijnlandRoute, een nieuwe verbindingsweg tussen Katwijk en de A4. Vooronderzoek had uitgewezen dat binnen het plangebied Ommedijk een hoge verwachting bestond op het aantreffen van met name kleinere vondstarme vindplaatstypen ter hoogte van getijdengeulen of in de naastgelegen zandige oevers ervan. Uit het onderzoek is gebleken dat het plangebied Ommedijk tot ongeveer 3000 voor Chr. in zee gelegen was. Tussen ongeveer 2750 en 2500 voor Chr. ontstond de strandwal onder de huidige Maaldrift, Den Deil en Rijksstraatweg en lag direct ten noorden van het plangebied het estuarium van de Oude Rijn. Na 2500 voor Chr. veranderde dit estuarium in een delta en ontstond ten noorden van het plangebied de Ommedijk Rijngeul. In de loop van de Midden Bronstijd verschoof deze Rijngeul naar het zuiden. Het plangebied, dat tot dan toe uit een laaggelegen veengebied had bestaan, werd door opslibbing en het siltiger/zandiger worden van de komkleiafzettingen van uit de Rijngeul hoger en droger. Onder deze omstandigheden kon de mens van het gebied gebruik maken: er was sprake van open graslanden waarop vee kon grazen en gebieden waar gerst en tarwe werd verbouwd. Om de lage delen van het landschap toegankelijk te maken werden een plankenpad en een takkenpad aangelegd. Ook was er mogelijk sprake van één of twee kortstondig gebruikte structuren, bijvoorbeeld spiekers. Het gebruik van het gebied was maar van korte duur: de houtstructuren worden gedateerd tussen 1497 en 1350 voor Chr., en rond 1250 voor Chr. zijn er geen aanwijzingen meer voor het gebruik van het gebied door de mens. In de Late Bronstijd was de Stevenshof Rijngeul opgeschoven tot in het plangebied en vormde langs de zuidzijde van de geul een ongeveer 100 m brede oeverwal. Deze werd in het plangebied doorsneden door de veel kleinere Veenwetering-geul, een riviertje dat het regenwater afvoerde van de strandvlakte. De oeverwal vormde lange tijd een gunstige locatie voor bewoning: er zijn huisplattegronden aangetroffen uit de Vroege IJzertijd, Midden IJzertijd en Late IJzertijd. De samenvloeiing van de Stevenshof Rijngeul en de Veenwetering-geul werd gebruikt voor visvangst en het dumpen van afval. Bijzondere vondsten uit deze zone zijn een fibula van het type La Tène A of B1 (resp. 450-380 en 380- 250 voor Chr.) die vooral worden aangetroffen in het oosten van Nederland; een fragment van een mogelijke bronzen armband; en een uitstekend geconserveerde houten hamer die wellicht voor de IJzertijd-bewoners een alledaags gebruiksvoorwerp was maar als archeologische vondst zeer bijzonder is. In de Late IJzertijd resteerden van de ooit 360-370 m brede Stevenshof Rijngeul alleen nog twee van de diepste stroomdraden: de Maaldrift-geul en de Ommedijk-geul. De Veenwetering-geul was inmiddels niet meer dan een natte laagte. Hier overheen zijn in de Late IJzertijd greppels gegraven, waarschijnlijk om overtollig water zoveel mogelijk op deze geul te lozen. In de Romeinse tijd raakte de Veenweteringgeul volledig opgevuld en zijn de greppels uit de Late IJzertijd aangevuld of aangepast tot perceleringssysteem. Het systeem had een strakke opzet volgens Romeinse maatvoering en is waarschijnlijk lange tijd in gebruik geweest. De oeverwal was ook in de Romeinse tijd nog bewoond. Aan het einde van de Romeinse tijd verlandden de Maaldrift-geul en de Ommedijk-geul. De voormalige Stevenshof Rijngeul, waar deze geulen doorheen stroomden, bleef als laagte aanwezig in het landschap. Mogelijk was er in de Vroege Middeleeuwen nog sprake van bewoning op de oeverwal in het plangebied. Uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn hier geen aanwijzingen meer voor. In het begin van de Late Middeleeuwen werd het landschap van de Ommedijk ontgonnen voor grootschalige landbouw. In het systeem van sloten dat werd aangelegd zijn de oriëntatie van de Romeinse percelering en de voormalige lopen van de Ommedijk- en Maaldrift-geulen nog herkenbaar. Bebouwing vond in deze periode waarschijnlijk alleen nog direct langs de Rijksstraatweg plaats, buiten het plangebied. Binnen het plangebied zijn enkel delen van het erf uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd teruggevonden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z8p-bum3
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-88-y58b
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:340664
Provenance
Creator IDDS Archeologie B.V.
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Zuid-Holland; IDDS Archeologie B.V.
Publication Year 2024
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format shapefile; jpg file; jpeg afbeelding; adobe pdf; ms excel spreadsheet; pdf; cad uitwisselingsbestand; docx; xml; accdb; xlsx
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.439 LON, 52.162 LAT); Zuid-Holland; Wassenaar; Wassenaar; Ommedijk