Op het dekzand en veen en in de overige dieper doorgezette boringen zijn aan de basis geulafzettingen aanwezig die vermoedelijk tot de eerste kleiige en soms venige afzettingen in het fossiele stroomdal van de Hunze behoren. Op deze afzettingen bevinden zich getijdenafzettingen. In de getijdenafzettingen zijn verspreid over het onderzoeksgebied ook op hogere niveaus geulvullingen aangeboord die behoren tot jongere (zij-)geulen van de Hunze. Op twee locaties, in het zuidwesten en zuidoosten van het onderzoeksgebied in de buitenbochten van de geul van de Hunze die op de kadastrale minuut nog wordt afgebeeld, zijn zandige oeverwalafzettingen aanwezig. In de getijdenafzettingen en oeverwalafzettingen komen verspreid over het onderzoeksgebied ??n of twee vegetatieniveaus voor die in onderzoeksgebieden in de directe omgeving van het onderzoeksgebied in verband zijn gebracht met archeologische vindplaatsen uit ijzertijd/Romeinse tijd, vroege middeleeuwen en late middeleeuwen. De natuurlijke afzettingen worden in het gehele onderzoeksgebied afgedekt door een pakket recent opgebrachte grond dat in dikte varieert tussen 0,2 en 2,75 m. Vaak is de voormalige bouwvoor/het oude loopvlak van voor de ophogingen in de 20e eeuw nog herkend in de top van de afzettingen. Hier is het niveau voor resten uit de late middeleeuwen/nieuwe tijd nog aanwezig. Bij de aanleg van de het Eemskanaal aan het eind van de 19e eeuw zijn aan weerszijden dijken opgeworpen. In de loop van de 20e eeuw zijn ook delen van het gebied achter de dijken opgehoogd ten behoeve van de fabrieken en loodsen en andere bebouwing die hier werd ontwikkeld. Dit heeft het oorspronkelijke niveau van de getijdenafzettingen vaak goed geconserveerd. In sommige delen van het onderzoeksgebied is de top van de afzettingen zijn verstoord. Hier is het niveau uit de late middeleeuwen/nieuwe tijd niet meer intact, maar in deze zones kunnen vaak op diepere niveaus nog wel (overslibde) archeologische resten uit de ijzertijd/Romeinse tijd en vroege middeleeuwen voorkomen. Vegetatieniveaus die met bewoning uit deze tijd samenhangen zijn tot een diepte van maximaal 1,44 m -NAP aangetroffen maar bevinden zich in het grootse deel van het onderzoeksgebied op een diepte tussen 0,27 m -NAP en 1,1 m -NAP. Aan de noordzijde van het onderzoeksgebied is het in de 20e eeuw gedempte Damsterdiep aangeboord. Ten noorden van het Damsterdiep bevindt zich een dijk waarop zich de voormalige Rijksweg bevond. Ook ten zuiden van het kanaal heeft mogelijk een dijk gelegen, hiervoor zijn tijdens het booronderzoek echter geen aanwijzingen aangetroffen. Aan de zuidzijde van het Damsterdiep bevinden zich meerdere percelen waar vanaf de nieuwe tijd (en mogelijk late middeleeuwen) bebouwing heeft gestaan. Vaak gaat het om molenerven met bijbehorende gebouwen. In deze zone in en rondom het Damsterdiep kunnen archeologische resten worden verwacht.
