In het kader van de voorgenomen aanleg van een gasleiding van Swifterbant naar Emmeloord (tracé delen A-683 en N-500-64), waarbij de realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten, is op verschillende locaties in het tracé archeologisch onderzoek uitgevoerd. Dit betreft een proefsleuvenonderzoek aan de Nagelerweg te Emmeloord (vindplaats 14). In de proefsleuf zijn geen antropogene grondsporen aangetroffen. De gedocumenteerde grondsporen bestaan uit natuurlijke bodemlagen, de bouwvoor en een recente verstoring. De natuurlijke lagen bestaan uit kom-, oever- en (rest)geulafzettingen. Het proefsleuvenonderzoek heeft één vondst opgeleverd. Het betreft een stuk bot (vondstnummer 1) aangetroffen tijdens aanleg van het vlak in de Almere-afzettingen (S 1002). Gezien de context is het bot vermoedelijk verspoeld en geen aanwijzing voor bewoning.
Het proefsleuvenonderzoek heeft geen aanwijzingen voor een archeologische vindplaats opgeleverd. De tijdens het proefsleuvenonderzoek vastgelegde bodemeenheden hebben een natuurlijke oorsprong. In het noorden van het onderzoeksgebied is een geul met bijhorende oeverzones onderzocht. Het zuidelijke deel van de proefsleuf ligt in een komgebied. Deze afzettingen behoren bij het landschap van het veenmoeras (lagune) dat als gevolg van de doorgaande zeespiegelstijging is ontstaan. Dit landschap werd doorsneden door stroompjes en geulen. Langs de geulen werd klei afgezet (zgn. Unio-klei) en ontstonden kleine oeverwallen die iets hoger lagen dan de rest van de omgeving. Deze mariene afzettingen worden gerekend tot het Laagpakket van Wormer, Formatie van Naaldwijk. De mariene afzettingen zijn afgedekt door de Flevomeer Laag, Formatie van Nieuwkoop. Op de Flevomeer Laag liggen afzettingen die gerekend worden tot de Almere Laag, onderdeel van het Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk.