Herpen, Waterstraat/St. Debastianusstraat

Het plangebied aan de Waterstraat en Sint Sebastianusstraat te Herpen, gemeente Oss, wordt herontwikkeld ten behoeve van nieuwbouw. De hiermee gepaard gaande bodemingrepen zullen het bodemarchief aantasten tot in en onder de archeologische laag en daarmee de eventuele archeologische waarden. In opdracht van Mooiland Maasland Wonen heeft BAAC bv aan de Waterstraat een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd.

Naar aanleiding van resultaten van een bureauonderzoek in het kader van het bestemmingsplan ‘kern Herpen’ en onderzoek in het nabij gelegen onderzoeksgebied Herpen-Wilgendaal is besloten direct een proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren.

Het proefsleuvenonderzoek vond plaats op 8 en 9 februari 2010. Het doel van dit onderzoek was het toetsen van de archeologische verwachting die bij het vooronderzoek was opgesteld. Daarnaast dienden aard, omvang en fysieke en inhoudelijke kwaliteit van eventuele resten of vindplaatsen te worden vastgesteld. Op basis van deze bevindingen wordt een advies gegeven en kan een beslissing genomen worden over een eventueel vervolgonderzoek.

Op basis van het advies is het aan burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente om een zogenaamd selectiebesluit te nemen. Aan het verlenen van een aanlegvergunning kunnen in het algemeen de volgende voorwaarden verbonden worden:

• de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; • de verplichting tot het doen van opgravingen; of • de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Voorafgaande het onderzoek is een Programma van Eisen (PvE) opgesteld. Door middel van de daarin opgenomen onderzoeksvragen diende het rapport tot stand te komen, inclusief het gefundeerde advies met betrekking tot de behoudenswaardigheid van eventueel aan te treffen archeologische resten.

Het proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd onder leiding van J. de Winter, in samenwerking met M. van de Glind en B. ter Steege. De kraan werd geleverd door Ton Luijten Archeologisch Grondwerk en werd bestuurd door P. Uijen. Bevoegde overheid bij het gehele onderzoek is de gemeente Oss met als contactpersoon de heer R. Jansen.

Bodemopbouw Het plangebied ligt op de rand van een omvangrijke zuidwest-noordoost georiënteerde dekzandrug die de noordelijke uitloper vormt van het dekzandgebied van Zuid-Nederland en Noord-België, op de overgang naar het dal van de Maas. In het plangebied is een dik humeus (es)dek aanwezig, waarvan de top gedeeltelijk is verstoord/opgebracht. Hieronder bevindt zich dekzand, dat in de lager gelegen terreindelen onder invloed van de Maas verspoeld is geraakt. Het humeuze dek rust voor het grootste deel direct op de C-horizont, maar lokaal zijn nog resten van het oorspronkelijke podzolprofiel aanwezig.

Sporen In het plangebied zijn twee zones met archeologische sporen te onderscheiden. In het zuidelijk deel ligt rond werkput 2 en 6 zone A en in het noordwesten ter hoogte van werkput 5, zone B. Zone A bestaat uit een concentratie kuilen en paalkuilen uit de volle-late middeleeuwen en een greppelcomplex uit de volle-late middeleeuwen. In de concentratie sporen zijn geen gebouwplattegronden herkend. Het greppelcomplex was vermoedelijk aangelegd voor de ontwatering en ontginning van het terrein. In zone B werden verspreid door de gehele werkput 33 paalsporen aangetroffen. Vermoedelijk maken ze deel uit van een gebouwplattegrond, deze kon echter in deze fase van het onderzoek niet herkend worden. De sporen dateren op basis van het aardewerk en hun vulling in de late middeleeuwen Op het overige deel van het plangebied zijn op een enkele greppel na geen archeologische sporen aangetroffen. De werkputten waren ofwel leeg of waren (groten-) deels verstoord.

Vondsten Het vondstmateriaal bestaat uit aardewerk, bouwkeramiek, een fragment glas en metaal. Het aardewerk dateert tussen 900 en 1550 en bestaat uit kogelpot, Andenne, Zuid-Limburg, Elmpt, proto- en bijna-steengoed, grijsbakkend aardewerk, roodbakkend aardewerk en grijs steengoed. De nadruk van het aardewerk ligt op Zuid-Limburg en Elmpt. Van het overige aardewerk werden steeds enkele fragmenten aangetroffen. Het bouwkeramiek bestaat uit een brok hard gebakken leem en recente stukken dakpan. Het metaal is onder te verdelen in drie spijkers en een klein fragment brons dat niet nader te determineren was.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xzk-js25
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-mcis-9y
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:47220
Provenance
Creator BAAC bv; Winter, J. de
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor BAAC bv; Mooiland Vastgoed
Publication Year 2011
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/msword; application/pdf; image/jpeg; image/tiff; application/mdb; application/xls
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.644 LON, 51.774 LAT); Noord-Brabant; Oss; Herpen; Waterstraat