Hank, Buitendijk

Op 23 en 24 november 2004 heeft het bureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC bv) in Hank, gemeente Werkendam, een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd op een terrein aan de Buitendijk. Op deze locatie zullen in de nabije toekomst zeven villa’s gerealiseerd worden. Bij de bouw van deze villa’s zal het bodemarchief tot op een diepe van 1,50 meter onder het huidige maaiveld aangetast worden. De aanleiding voor het IVO waren de archeologische indicatoren die tijdens een archeologisch booronderzoek in juni 2004 op het terrein zijn aangetroffen.1 Het onderzoek is uitge voerd in opdracht van G. Van Gemert Onroerend Goed bv, met als contactpersoon de heer R. Reverda.

Uit het vooronderzoek kwam naar voren dat de onlangs afgebroken boerderij een of meerdere voorgangers heeft gehad. De bewoning ter plaatse zou mogelijk al uit de Late Middeleeuwen kunnen stammen. Na 1646, het jaar waarin een zware dijk om het gebied werd aangelegd, was het terrein in ieder geval voor bewoning geschikt. Het archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat de recente boerderij inderdaad voorgangers heeft gekend. De oudst aantoonbare stamt uit het midden van de 18de eeuw, hiervan is de zuidoosthoek teruggevonden. Dit deel van de boerderij was grotendeels in hout uitgevoerd, met slechts enkele stenen poeren. Waarschijnlijk hoort ook de stenen poer die onder de uitbraaksleuf is aangetroffen tot deze fase. Dit zou er op kunnen wijzen dat de gehele boerderij in deze fase in hout was uitgevoerd. Aanwijzingen voor een latere (gedeeltelijke) verstening zijn niet aangetroffen. Het terrein levert nauwelijks baksteenafval op. Het vondstmateriaal laat zien dat de bewoners van deze boerderij zeker niet tot het welvarende deel van de gemeenschap behoorden. De houten boerderij is door een overstromingsramp verwoest. Deze ramp vindt in ieder geval na het midden van de 18de eeuw plaats en voor 1832. Het aantal overstromingen in het Land van Heusden en Altena in deze periode is groot. Een van de zwaarste overstromingen was die van januari 1809. Aangezien de overstroming de boerderij met een kleilaag heeft afgedekt, komt deze overstroming waarschijnlijk in aanmerking. Enige tijd na de ramp is de boerderij op dezelfde plaats herbouwd. Op de kadastrale minuut van 1832 staat op de onderzoekslocatie weer een boerderij. De locatie en de afmetingen van de zuidgevel van de boerderij op de kaart komen precies overeen met die van de uitbraaksleuf in de opgraving. Ook de oriëntatie van het gebouw is identiek. Deze boerderij heeft ten opzichte van de Buitendijk iets schever gestaan dan de recente boerderij. Het vondstmateriaal uit de uitbraaksleuf geeft geen uitsluitsel over het bouwjaar van deze stenen boerderij, maar gezien de ligging in het verlengde van de houtbouw zal de bouw vrij snel na 1809 gestart zijn. Voor de start van de bouw zullen eerst de dijken hersteld en het water weggepompt moeten zijn. De zuidkant van de boerderij bevatte waarschijnlijk het woongedeelte, gezien de interne scheidingsmuur. De aan de dijk gelegen kamer was ca. 3,50 meter breed, de achterkamer ca. 4 meter. Vermoedelijk is de bredere ruimte de woonkamer (herd) en de andere een slaapkamer. Opvallend is de versmalling van het woongedeelte ten opzichte van de houtbouwfase. Rond het einde van de 18de eeuw veranderde de denkbeelden over constructie en functie van het woongedeelte van de boerderij.4 Tot die tijd waren zowel het stal- als het woongedeelte van een boerderij 3-beukig. Dit had tot gevolg dat de ingang van de boerderij zich altijd in de kopse gevel bevond, vanwege de geringe hoogte van de dakrand. Aan het einde van de 18de eeuw werden steeds meer boerderijen gebouwd waarvan bij het woongedeelte een beuk, aan de achterkant, werd weggelaten. Hierdoor werd de achtergevel hoger en kwam er plaats voor een deur en grotere ramen. Dit zal de reden zijn waarom bij de herbouw van de boerderij het bij het onderzoek aangetroffen houten restant niet hersteld is. De door omwonenden genoemde brand van 1937 kan het einde van deze bewoningsfase betekend hebben, maar het is niet uit te sluiten dat verwoestingen, aangericht op het einde van de Tweede Wereldoorlog, geleid hebben tot herbouw. Bij deze herbouw is de ligging van het pand iets verschoven in vergelijking met zijn voorganger. Het is overigens niet uit te sluiten dat zich ergens in het onderzoeksgebied de restanten van oudere bewoning bevinden. Bij het extra verdiepen van een deel van proefsleuf 2 zijn op ca. 1,50 meter beneden het maaiveld verspoelde bouwmaterialen gevonden. De hoeveelheid was slechts gering, zodat het vermoeden bestaat dat de bewoning niet in de directe omgeving van proefsleuf 2 heeft plaatsgevonden. Vanwege de diepe ligging van de vondsten zullen bij toekomstige bouwwerkzaamheden de eventuele bewoningssporen niet aangetast worden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xew-skmk
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-qe2-36n
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:41370
Provenance
Creator Weerden, J.F. van der
Publisher BAAC bv
Contributor BAAC bv; G. van Hemert Onroerend Goed bv
Publication Year 2010
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format 21 p.; application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.894 LON, 51.733 LAT); Rietkantstraat; Werkendam; Hank; Sint Elisabethstraat; Buitendijk; Nederland; Noord-Brabant; e-ne (MARC21); 44E