Als 17 jarig dienstplichtige milicien KNIL kwam deze Indische man in 1940 op bij de kustartillerie op Java. In maart 1942 werd hij krijgsgevangen genomen. Via Singapore belandde hij in 1943 in Japan, waar hij dwangarbeid in de kolenmijnen van Futasé moest verrichten. Hij raakte tweemal in een mijnongeluk gewond, en blijvend geïnvalideerd. Dit werd later door de Nederlandse overheid niet afdoende erkend. Na de Japanse capitulatie diende hij door bij het KNIL, en ging in 1950 over naar de KL. Op zijn oude dag bezoekt hij geregeld herdenkingen en veteranenbijeenkomsten.