In opdracht van Grondvitaal BV heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Kloosterstraat in Nijkerk. In westelijke deel van het plangebied wil de opdrachtgever een winkelpand realiseren. Voor deze activiteit moet de initiatiefnemer een omgevingsvergunning aanvragen.
Op basis van het bureauonderzoek werden in de diepe ondergrond van het plangebied archeologische resten verwacht vanaf de perioden Laat-Paleolithicum tot Late Middeleeuwen. In de bovengrond werden resten uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd verwacht, die gelieerd zijn aan de stedelijke ontwikkeling van Nijkerk. "De Kloosterstraat (oorspronkelijk Kloostersteeg) dateert vermoedelijk uit de zeventiende eeuw en was oorspronkelijk een pad door de kloostertuin met in ieder geval aan de zuidzijde een poort (D.van Hooren, 1992, Het "St. Catharinaklooster", Oud Nijkerk nr. 4). De bagijnen woonden hier vanaf het midden van de vijftiende eeuw. Uit aantekeningen van F. Kragt betreffende de aanleg van een riool in februari 1934 blijkt ter hoogte van het gebouw van de joodse gemeente, direct naast Kloosterstraat 11, mogelijk een dekzandopduiking zit. Hier werd in tegenstelling tot de rest van het tracé op een meter diepte al de vaste grond bereikt. Bovendien wordt melding gemaakt van de vondst van 'fragmenten van menselijke skeletten?. Mogelijk wijst dit op een kerkhof op of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied."1 Tijdens het veldonderzoek is beneden ca. 210 cm -mv en dieper intact dekzand (C-horizont) aangetroffen. Op het dekzand ligt een ophogingspakket bestaande uit puinhoudend, matig humeus zand. Gezien de ontwikkeling van de stad Nijkerk zal deze uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd dateren. Boring 2 en 3 zijn op respectievelijk 150 en 70 cm -mv gestuit op baksteen. Mogelijk betreffen dit funderingsresten van een gebouw.
ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleg van een proefsleuf of -put (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. Gezien de beperkte oppervlakte van het plangebied, wordt aanbevolen om, indien op grond van de waarderingscriteria blijkt dat er binnen het plangebied sprake is van een behoudenswaardige vindplaats, een doorstart te maken naar een Definitieve Opgraving (DO). Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies. Een andere optie betreft archeologie sparend bouwen door middel van een aangepaste fundering.
